ECLI:NL:RBROT:2024:12582
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 15 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, die vanwege zijn gezondheidssituatie in een verpleeghuis verblijft, was niet in staat om zelf te worden gehoord en werd vertegenwoordigd door zijn beschermingsbewindvoerder en een schuldhulpverlener. De beschermingsbewindvoerder diende op 14 mei 2024 een verzoekschrift in, maar de rechtbank oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De rechtbank stelde vast dat het niet tot de taak van de beschermingsbewindvoerder behoort om zelfstandig een verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling in te dienen, aangezien dit buiten haar bevoegdheden valt. De rechtbank wees op de mogelijkheid van curatorschap of het indienen van een verzoek door het college van burgemeesters en wethouders als de schuldenaar wilsonbekwaam is. Uiteindelijk werd verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.