ECLI:NL:RBROT:2024:12565
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot naturalisatie wegens gevaar voor de openbare orde
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 13 december 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek tot naturalisatie behandeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had het verzoek op 9 mei 2022 afgewezen, en deze afwijzing werd bevestigd in een bestreden besluit op 15 juni 2023. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat er ernstige vermoedens bestaan dat eiser een gevaar vormt voor de openbare orde, gebaseerd op eerdere veroordelingen voor identiteitsfraude. Eiser had in beroep aangevoerd dat er bijzondere omstandigheden waren die zijn verzoek tot naturalisatie rechtvaardigden, zoals zijn gezinssituatie en zijn intentie om een bedrijf te starten. De rechtbank oordeelt echter dat deze omstandigheden niet voldoende zijn om af te wijken van het beleid, dat vereist dat bij ernstige vermoedens van gevaar voor de openbare orde een verzoek tot naturalisatie moet worden afgewezen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende gemotiveerd heeft waarom de door eiser aangevoerde omstandigheden niet als bijzonder kunnen worden aangemerkt. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van zijn naturalisatieverzoek blijft staan. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.