BIJLAGE: relevante regelgeving
Artikel 9 van Verordening 1069/2009
Categorie 2-materiaal omvat de volgende dierlijke bijproducten:
mest, niet-gemineraliseerde guano en de inhoud van het maag-darmkanaal;
dierlijke bijproducten die worden verzameld bij het behandelen van afvalwater zoals vereist bij de uitvoeringsvoorschriften die zijn goedgekeurd op grond van artikel 27, eerste alinea, onder c);
van inrichtingen of bedrijven die categorie 2-materiaal verwerken, of
van andere slachthuizen dan degene die vallen onder artikel 8, onder e);
dierlijke bijproducten die residuen van toegelaten stoffen of van contaminanten bevatten die de in artikel 15, lid 3, van Richtlijn 96/23/EG bedoelde toegelaten niveaus overschrijden;
producten van dierlijke oorsprong die ongeschikt voor menselijke consumptie zijn verklaard omdat er productvreemde elementen in aanwezig zijn;
andere producten van dierlijke oorsprong dan categorie 1-materiaal die:
uit een derde land worden ingevoerd of binnengebracht en niet voldoen aan de communautaire veterinaire wetgeving inzake invoer en binnenbrengen in de Gemeenschap, tenzij de communautaire wetgeving toestaat dat deze producten onder bepaalde voorwaarden worden ingevoerd of binnengebracht of dat zij naar het derde land worden teruggezonden, of
naar een andere lidstaat worden verzonden en niet voldoen aan de door de communautaire wetgeving vastgestelde of toegestane voorschriften, tenzij zij worden teruggezonden met toestemming van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong;
niet in artikel 8 of artikel 10 genoemde dieren en delen van dieren
die niet voor menselijke consumptie zijn geslacht of gedood, maar op een andere manier zijn gestorven, waaronder dieren die ter bestrijding van ziekten zijn gedood;
foetussen;
oöcyten, embryo’s en sperma die niet voor fokdoeleinden zijn bestemd, en
in de schaal gestorven pluimvee;
mengsels van categorie 2-materiaal met categorie 3-materiaal;
andere dierlijke bijproducten dan categorie 1-materiaal of categorie 3-materiaal.
Artikel 10 van Verordening 1069/2009
Categorie 3-materiaal omvat de volgende dierlijke bijproducten:
karkassen en delen van geslachte of, in het geval van wild, karkassen of delen van gedode dieren, die overeenkomstig de communautaire wetgeving voor menselijke consumptie geschikt zijn, maar die om commerciële redenen niet voor menselijke consumptie bestemd zijn;
karkassen en de volgende delen van hetzij dieren die in een slachthuis zijn geslacht en na een keuring vóór het slachten geschikt zijn verklaard om voor menselijke consumptie te worden geslacht, hetzij karkassen en de volgende delen van wild dat overeenkomstig de communautaire wetgeving voor menselijke consumptie is gedood:
karkassen en delen van dieren die overeenkomstig de communautaire wetgeving voor menselijke consumptie ongeschikt zijn verklaard, maar die geen symptomen van op mens of dier overdraagbare ziekten vertoonden;
koppen van pluimvee;
huiden, met inbegrip van afgesneden en gesplitste stukken huid, horens en onderpoten, met inbegrip van kootbeentjes, beentjes van handpalmen en polsen, voetwortel- en middelvoetsbeentjes, van:
- andere diersoorten dan herkauwers die op TSE’s moeten worden getest; alsmede
- herkauwers die met negatief resultaat zijn getest overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 999/2001;
varkenshaar;
veren;
dierlijke bijproducten van pluimvee en lagomorfen die overeenkomstig artikel 1, lid 3, onder d), van Verordening (EG) nr. 853/2004 in een agrarisch bedrijf werden geslacht, die geen symptomen vertoonden van een op mens of dier overdraagbare ziekte;
bloed van dieren die geen klinische symptomen vertoonden van een via bloed op mens of dier overdraagbare ziekte, dat is verkregen van de volgende dieren die in een slachthuis zijn geslacht nadat zij na een keuring vóór het slachten overeenkomstig de communautaire wetgeving geschikt zijn verklaard om voor menselijke consumptie te worden geslacht:
andere diersoorten dan herkauwers die op TSE’s moeten worden getest; alsmede
herkauwers die met negatief resultaat zijn getest overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 999/2001;
dierlijke bijproducten die ontstaan bij de productie van voor menselijke consumptie bestemde producten, waaronder ontvette beenderen, kanen en centrifuge- of separatorslib uit de melkverwerking;
producten van dierlijke oorsprong, of voedingsmiddelen die producten van dierlijke oorsprong bevatten, die niet langer voor menselijke consumptie bestemd zijn om commerciële redenen of wegens productieproblemen, verpakkingsgebreken of andere problemen die geen risico voor de volksgezondheid of de diergezondheid inhouden;
voeder voor gezelschapsdieren en diervoeders van dierlijke oorsprong, of diervoeders die dierlijke bijproducten of afgeleide producten bevatten, die niet langer voor vervoedering bestemd zijn om commerciële redenen of wegens productieproblemen, verpakkingsgebreken of andere problemen die geen risico voor de volksgezondheid of de diergezondheid inhouden;
bloed, placenta, wol, veren, haar, horens, stukjes hoef en rauwe melk van levende dieren die geen symptomen vertonen van via dat product op mens of dier overdraagbare ziekten;
waterdieren en delen van waterdieren, met uitzondering van zeezoogdieren, die geen symptomen vertoonden van op mens of dier overdraagbare ziekten;
dierlijke bijproducten van waterdieren afkomstig van inrichtingen of bedrijven die producten voor menselijke consumptie vervaardigen;
het volgende materiaal afkomstig van dieren die geen symptomen vertonen van een via dat materiaal op mens of dier overdraagbare ziekte:
schelpen van schelpdieren en schalen van schaaldieren met weke delen of vlees;
het volgende materiaal afkomstig van landdieren:
- bijproducten van broederijen;
- eieren;
- bijproducten van eieren, met inbegrip van eierschalen;
om commerciële redenen gedode eendagskuikens;
aquatische en terrestrische ongewervelden van soorten die niet pathogeen zijn voor mens of dier;
dieren en delen van dode dieren van de zoölogische ordes Rodentia en Lagomorpha, met uitzondering van categorie 1-materiaal als bedoeld in artikel 8, onder a), iii), iv) en v), en categorie 2-materiaal als bedoeld in artikel 9, onder a) tot en met g);
huiden, hoeven, veren, wol, hoorn, haar en bont afkomstig van andere dode dieren dan de onder b) van dit artikel genoemde dieren, die geen symptomen vertoonden van via dat product op mens of dier overdraagbare ziekten;
vetweefsel van dieren die geen klinische symptomen vertoonden van een via dat materiaal op mens of dier overdraagbare ziekte, die in een slachthuis zijn geslacht en die na een keuring vóór het slachten overeenkomstig de communautaire wetgeving geschikt zijn verklaard om voor menselijke consumptie te worden geslacht;
ander keukenafval en andere etensresten dan bedoeld in artikel 8, onder f).
Artikel 13 van Verordening 1069/2009
Categorie 2-materiaal wordt:
ls afval verwijderd door verbranding:
rechtstreeks, zonder voorafgaande verwerking, of
nadat het is verwerkt, door sterilisatie onder druk indien de bevoegde autoriteit dat voorschrijft, en nadat het resulterende materiaal duurzaam is gemerkt;
indien het categorie 2-materiaal afval is, verwijderd of nuttig toegepast door meeverbranding:
rechtstreeks, zonder voorafgaande verwerking, of
nadat het is verwerkt, door sterilisatie onder druk indien de bevoegde autoriteit dat voorschrijft, en nadat het resulterende materiaal duurzaam is gemerkt;
op een toegelaten stortplaats verwijderd nadat het is verwerkt door sterilisatie onder druk en nadat het resulterende materiaal duurzaam is gemerkt;
gebruikt voor de vervaardiging van organische meststoffen of bodemverbeteraars die op de markt worden gebracht overeenkomstig artikel 32, na verwerking door sterilisatie onder druk, indien nodig, en na duurzame merking van het resulterende materiaal;
tot compost verwerkt of omgezet in biogas:
nadat het is verwerkt door sterilisatie onder druk en nadat het resulterende materiaal duurzaam is gemerkt, of
al dan niet na verwerking, indien het gaat om mest, het maag-darmkanaal en de inhoud hiervan, melk, producten op basis van melk, biest en eieren en eierproducten waarvan de bevoegde autoriteit niet denkt dat zij een ernstige overdraagbare ziekte kunnen verspreiden;
zonder verwerking op het land uitgereden, indien het gaat om mest, de inhoud van het maag-darmkanaal gescheiden van het maag-darmkanaal, melk, producten op basis van melk en biest waarvan de bevoegde autoriteit niet denkt dat zij een ernstige overdraagbare ziekte kunnen verspreiden;
indien het gaat om materiaal afkomstig van waterdieren, ingekuild, tot compost verwerkt of omgezet in biogas;
als brandstof verstookt, al dan niet na verwerking, of
gebruikt voor de vervaardiging van afgeleide producten als bedoeld in de artikelen 33, 34 en 36 en in de handel gebracht overeenkomstig deze artikelen.