Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[verweerder 1] ,wonende te Istanbul,
[verweerder 2] ,wonende te Capelle aan den IJssel,
[verweerder 3] ,wonende te Berkel en Rodenrijs,
verweerders,
advocaten mrs. M.C.M. van Ruitenbeek-Kossen en M.W.J. Ariëns te Haarlem,
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van 11 juli 2024;
- het aangepast verzoekschrift met bijlagen van 11 september 2024;
- het verweerschrift met bijlagen van 29 oktober 2024;
- aanvullende producties van verzoekster van 4 november 2024;
- de mondelinge behandeling van 5 november 2024.
2.De beoordeling
- de in het verleden door verweerder onder 1 namens HJMC, destijds hypotheekhouder, verleende toestemming om de verhypothekeerde woning te verhuren is nietig wegens strijd met de goede zeden;
- de nietigheid brengt mee dat de huurovereenkomst zonder toestemming van de hypotheekhouder is aangegaan, hetgeen op grond van de hypotheekvoorwaarden niet was toegestaan, als gevolg waarvan de curator het huurbeding tegen de huurders (verweerders onder 2 t/m 4) kan inroepen;
- voor het krijgen van verlof voor dat inroepen moet de curator zich wenden tot de voorzieningenrechter op grond van artikel 3:264 BW.