ECLI:NL:RBROT:2024:12128

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 december 2024
Publicatiedatum
5 december 2024
Zaaknummer
AWB - 24 _6582
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor Bijbelstudie

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag van 25 januari 2024 om bijzondere bijstand voor de kosten van een Bijbelstudie van € 1.800,-. Stroomopwaarts heeft deze aanvraag met het besluit van 20 februari 2024 buiten behandeling gesteld. Met het bestreden besluit van 17 juni 2024 heeft Stroomopwaarts het bezwaar van eiseres gedeeltelijk gegrond verklaard. Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld, waarop Stroomopwaarts heeft gereageerd met een verweerschrift. De gemachtigde van eiseres heeft de rechtbank op 23 oktober 2024 een e-mail van de bewindvoerder toegezonden, waarin toestemming wordt gegeven om eiseres in de beroepsprocedure te vertegenwoordigen. De rechtbank heeft het beroep op 8 november 2024 op zitting behandeld, waarbij de gemachtigde van Stroomopwaarts aanwezig was, maar eiseres en haar gemachtigde niet zijn verschenen.

De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand aan de hand van de beroepsgronden van eiseres. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en legt uit hoe zij tot dit oordeel komt. Eiseres heeft een aanvraag om bijzondere bijstand ingediend voor een Bijbelstudie, maar heeft niet aangetoond dat de kosten noodzakelijk zijn. Stroomopwaarts heeft eiseres verzocht om recente gegevens omtrent inkomen en vermogen, maar deze zijn niet tijdig aangeleverd. De rechtbank concludeert dat Stroomopwaarts terecht heeft gesteld dat er geen noodzaak is voor de Bijbelstudie waarvoor eiseres bijzondere bijstand heeft aangevraagd. De rechtbank oordeelt dat, hoewel de Bijbelstudie eiseres rust geeft en haar helpt tot zichzelf te komen, dit niet voldoende is om te spreken van een noodzaak voor de kosten van de Bijbelstudie.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M. Zoethout, rechter, in aanwezigheid van R.P. Evegaars, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 9 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/6582

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 december 2024 in de zaak tussen

[naam] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. P. van Baaren),
en

Het dagelijks bestuur van Stroomopwaarts MVS, Stroomopwaarts

(gemachtigde: mr. A. Mersel).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag van 25 januari 2024 om bijzondere bijstand voor de kosten van een Bijbelstudie van € 1.800,-.
1.1.
Stroomopwaarts heeft deze aanvraag met het besluit van 20 februari 2024 buiten behandeling gesteld. Met het bestreden besluit van 17 juni 2024 heeft Stroomopwaarts het bezwaar van eiseres gedeeltelijk gegrond verklaard.
1.2.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Stroomopwaarts heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De gemachtigde van eiseres heeft de rechtbank op 23 oktober 2024 een e-mail van de bewindvoerder, zijnde de wettelijk vertegenwoordiger van eiseres, van 22 oktober 2024 toegezonden, waarin de bewindvoerder de gemachtigde toestemming geeft om eiseres in de beroepsprocedure te vertegenwoordigen.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 8 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van Stroomopwaarts deelgenomen. Eiseres en haar gemachtigde hebben de rechtbank laten weten dat zij niet zullen verschijnen op de zitting.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand van eiseres. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
4. Eiseres heeft een aanvraag om bijzondere bijstand ingediend voor een Bijbelstudie. Bij het op 25 januari 2024 bij Stroomopwaarts ingekomen aanvraagformulier is een brief ingesloten van de gemachtigde van eiseres waarin staat dat het gaat om € 1.500,- collegegeld en € 300,- aan kosten en bijdragen.
5. In zijn brief van 29 januari 2024 heeft Stroomopwaarts eiseres verzocht om uiterlijk op 13 februari 2024 recente gegevens omtrent inkomen en vermogen en een verklaring over de Bijbelstudie in te sturen. Daarbij is aangegeven dat als eiseres deze gegevens niet op tijd aanlevert, de aanvraag niet in behandeling kan worden genomen.
6. Er zijn geen stukken aangeleverd voor of vlak na 13 februari 2024. Met het besluit van 20 februari 2024 heeft Stroomopwaarts de aanvraag buiten behandeling gesteld.
6.1.
Op 16 februari 2024 is bij Stroomopwaarts een aanvraag bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering van de bewindvoerder van eiseres binnen gekomen. Hierbij zaten recente gegevens omtrent het inkomen en vermogen van eiseres. Gelet hierop en op het feit dat eiseres bezwaar maakte tegen de buiten behandeling stelling, heeft Stroomopwaarts de aanvraag om bijzondere bijstand voor een Bijbelstudie in de bezwaarfase alsnog inhoudelijk beoordeeld. Met het bestreden besluit van 17 juni 2024 heeft Stroomopwaarts de aanvraag afgewezen, omdat eiseres de noodzaak van de Bijbelstudie niet heeft aangetoond.
7. Eiseres stelt zich in beroep op het standpunt dat Stroomopwaarts ten onrechte stelt dat de kosten voor de Bijbelstudie niet noodzakelijk zijn. Ten onrechte is geen onderzoek gedaan naar haar individuele geval. Eiseres schetst haar verleden, noemt haar psychische klachten en betoogt dat de Bijbelstudie haar rust geeft. Door de Bijbelstudie komt ze tot zichzelf en ziet ze dat er ook een andere kijk op de wereld is. Door de Bijbelstudie ontdekt eiseres in anderen die ook de Bijbel bestuderen een nieuwe vriendengroep.
8. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad), bijvoorbeeld de uitspraak van 14 mei 2024 (ECLI:NL:CRVB:2024:1069), moet degene die een aanvraag doet om bijzondere bijstand aannemelijk maken dat wordt voldaan aan de voorwaarden voor toekenning van die bijstand.
8.1.
Bij de toepassing van artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet dient eerst te worden beoordeeld of de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voordoen, vervolgens of die kosten in het individuele geval van de betrokkene noodzakelijk zijn en daarna of die kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Tot slot dient de vraag te worden beantwoord of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, de individuele studietoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm. Op dit punt heeft de bijstandsverlenende instantie een zekere beoordelingsruimte.
9. De rechtbank is van oordeel dat Stroomopwaarts zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat geen sprake is van een noodzaak tot het volgen van de Bijbelstudie waarvoor eiseres bijzondere bijstand heeft aangevraagd. De rechtbank begrijpt dat een Bijbelstudie eiseres rust geeft, haar helpt tot zichzelf te komen en haar nieuwe vrienden oplevert, toch maakt dit nog niet dat sprake is van een noodzaak voor het volgen van deze Bijbelstudie.

Conclusie en gevolgen

10. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Zoethout, rechter, in aanwezigheid van R.P. Evegaars, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 9 december 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.