Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[verzoeker 1],
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van verzoekers van 16 oktober 2024; en
- de schriftelijke reactie van de rechter van 11 november 2024.
- [verzoeker 1] (‘[verzoeker 1]’) en de hiervoor genoemde gemachtigde van verzoekers; en
- de rechter.
2.Het wrakingsverzoek
zich verkracht had gevoeld” (doordat hij kort voor het betreden van het vliegtuig om op vakantie te gaan vernam dat eisers in de hoofdzaak waren begonnen met een verbouwing van het gehuurde, waarin hun restaurant is gevestigd, met welke verbouwing [verzoeker 1] niet had ingestemd) heeft de rechter [verzoeker 1] schreeuwend (“
!!!”) toegediend dat [verzoeker 1] niet weet hoe het is om te worden verkracht, dat hij verkeerde taal gebruikte en dat hij op zijn taal moest letten. Een rechter hoort niet tegen een partij te schreeuwen. Dat is geen magistratelijk gedrag, aldus [verzoeker 1].
3.De beoordeling
dan weet u hoe ik daarover denk”. Tijdens de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek bleek de rechter het de gemachtigde van [verzoeker 1] kwalijk te nemen dat de gemachtigde op rechtspraak.nl een onderzoek had ingesteld naar de wrakingsverzoeken tegen, en de verschoningsverzoeken van, de rechter. Daarbij gaf de rechter te kennen dat hij door die handelwijze van de gemachtigde – zeker omdat deze contact had opgenomen met de gemachtigde in een van de zaken, waarin de rechter zelf een verschoningsverzoek had gedaan – geschokt was.