Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
Rechtbank Rotterdam
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, staat de vraag centraal of een sloot in Hendrik-Ido-Ambacht kan worden aangemerkt als openbaar water. Eiser, wonende aan de sloot, heeft sinds 2011 gebruik gemaakt van het water voor recreatieve doeleinden, waaronder varen en zwemmen. Gedaagde, eigenaar van de sloot, heeft dit gebruik betwist en verzocht om beëindiging van het gebruik. De rechtbank verwijst naar een eerder arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2021:1815) waarin is vastgesteld dat het feitelijke gebruik van water bepalend is voor de openbaarheid. De rechtbank oordeelt dat het gebruik door eiser niet van voldoende duur, frequentie en intensiteit is om te concluderen dat de sloot openbaar water is. De rechtbank wijst de vordering van eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.726,00. De uitspraak is gedaan op 13 november 2024.