Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 oktober 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de brieven van de Douane en [eiseres] van 28 oktober 2024, elk met een bijlage;
- de pleitnotities van beide gemachtigden.
2.De beoordeling
Enige tijd geleden is door de vertrouwenspersoon een melding gedaan over [eiseres] . Deze melding is de afgelopen periode verkend en getoetst door onze Directeur Operaties [persoon B] . Hierbij zijn meerdere gesprekken gevoerd met verschillende betrokkenen. De uitkomst van deze verkenning is teruggeven aan de regiodirectie van DRH en is deze week besproken met [voornaam eiseres] .
Uit de gevoerde gesprekken is de conclusie getrokken dat er sprake is van gefundeerde meldingen, waarbij niet getwijfeld wordt aan de juistheid van hetgeen is verteld”terwijl dit slechts één kant van het verhaal is.
“Bij de melders is of was er een gevoel van (sociale) onveiligheid door de wijze van optreden van de teamleidster. Het gevoel van onveiligheid bestaat bij medewerkers die zowel in het verleden als nu in het team werkzaam zijn alsmede in de directe werkomgeving met de teamleidster hun werk hebben. Door de melders is aangegeven dat de onveiligheid is ontstaan door de wijze van communiceren, de wijze van handelen, dan wel het niet (onder)steunen van de eigen medewerkers bij vergaderingen en bijeenkomsten met derden en externen. De melders ervaren een door haar uitgeoefende machtsdruk die ook bestaat uit kleineren, negeren of een opgelegde onredelijke tijdsdruk. Melders geven aan dat zij een giftige sfeer (hebben) ervaren in het team waarbij er onderling niet open wordt gecommuniceerd, daarbij wordt aangegeven dat de teamleidster hier niet tegen optreedt en dat er sprake is van tweedracht in het team.”
3.De beslissing
Op 30 augustus 2024 heb ik gecommuniceerd dat door de vertrouwenspersoon een melding is gedaan over [eiseres] . Ook heb ik jullie bericht dat de uitkomst van dien aard is dat er een onwerkbare situatie zou zijn ontstaan en dat er onvoldoende vertrouwen is dat de positie van [voornaam eiseres] ongemoeid kan worden gelaten. Ik wil dit bericht hierbij rectificeren, omdat ik u hierover te voorbarig heb geïnformeerd. [voornaam eiseres] zal wel degelijk als leidinggevende van [naam team] bij de Douane werkzaam blijven. Excuses voor de mogelijk ontstane verwarring hieromtrent.”