Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
NJ2002/143, m.nt. K.F. Haak) kan onder meer bestaan in de overtreding van het ter plaatse van de schadevaring toepasselijke Binnenvaartpolitiereglement (“BPR”). ECT heeft betoogd dat hiervan sprake is.
Een schip mag slechts vertrekken, nadat het zich er van heeft vergewist dat dit zonder gevaar kan geschieden.”
Een schip mag slechts een haven of een nevenvaarwater uitvaren en daarbij een hoofdvaarwater invaren of oversteken dan wel een haven of een nevenvaarwater invaren, nadat het zich er van heeft vergewist dat dit zonder gevaar kan geschieden.”
Time LT(local time) worden steeds ook vermeld in
Time UTC(steeds een uur vroeger):
zo nodig behoorlijk verlicht’ moet zijn, valt te concluderen dat de vast(gemaakt)e zaak waarop de wetgever het oog had kenbaar moet zijn voor het schip waarmee het in aanraking kan komen, opdat het schip haar bewegingen op de aanwezigheid van de zaak kan afstemmen. Van een behoorlijk verlicht zijn van de kraan was naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. Zij overweegt daartoe het volgende.
Review of Marine Aspects” van [naam] (hierna: “[naam]”) waarin – voor zover relevant - het volgende is opgenomen (de tijdstippen lijken te verwijzen naar UTC tijd):
2.DEPARTURE MANOEUVRE OF THE VESSEL
unjustifiably high” is. Het is volgens haar opmerkelijk dat ZPMC de kosten voor de totale reparatie aanvankelijk begrootte op EUR 733.500,- terwijl dat bedrag uiteindelijk meer dan verdubbeld is. Ook heeft ECT onvoldoende inzicht en onderbouwing voor dit bedrag gegeven. De reder verwijst verder naar paragraaf 3.3 van het tweede Waves Rapport over Quantum (productie G5) voor haar verdere bezwaren tegen de hoogte van een aantal posten van Offerte II.
the first works after the incident to assess the damage and required works (…)”. En “
To remove loose parts from the boom tip platform, safe access had to be arranged. Fitting of scaffolding at this location was therefore inevitable”.
Wettelijke rente is verschuldigd vanaf het moment dat ECT de kosten waarover rente wordt gerekend heeft gemaakt (artikel 6:83 sub b BW). Dat is op de momenten waarop de rekeningen overgelegd in Productie E4 zijn betaald.”De rechtbank verzoekt ECT om bij akte per (toewijsbare) schadepost nader te concretiseren vanaf welk moment zij rente vordert. ECT zal dan ook kunnen reageren op het ter zitting door de reder gevoerde verweer dat ECT enkel rente toekomt vanaf het rapport van Marintec van 24 november, althans het rapport van 18 november 2022 (zie pleitaantekeningen reder, randnr. 26). De reder mag vervolgens bij antwoordakte reageren.
5.De beslissing
16 oktober 2024voor het nemen van een akte door ECT over hetgeen is vermeld onder r.o. 4.41, 4.45 en 4.46, waarna de reder op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,