Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 juli 2024, met bijlagen 1 tot en met 7;
- de aantekeningen van de rolzitting van 18 juli 2024;
- het antwoord van 18 juli 2024, met ongenummerde bijlagen;
- de brief van [eiser] aan de rechtbank van 27 september 2024.
- [eiser] ;
- mr. Sigmond, voornoemd;
- [naam 1] , voornoemd.
2.Samenvatting
3.De feiten
Voorwaarden ANVR, SGR en Calamiteitenfonds
Fit-to-travel
4.Het geschil
- [gedaagde] te veroordelen aan hem te betalen een hoofdsom van € 4.033,50, de buitengerechtelijke incassokosten van € 638,00, een schadevergoeding van € 100,00 en een immateriële schadevergoeding van € 1.000,00, alles vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
5.De beoordeling
- de bedingen dienen het belang van de reiziger zelf. Dat belang wordt in de algemene voorwaarden ook duidelijk benoemd. De reis voldoet mogelijk niet aan de verwachtingen en is lichamelijk te intensief als een reiziger onvoldoende mobiel is en niet “fit to travel”. Er is geen hulp beschikbaar: de bemanning van het schip of een cruiseleader zijn voor individuele begeleiding niet aangesteld;
- in de tweede plaats dienen de bedingen de veiligheid aan boord. [gedaagde] heeft onbetwist gesteld dat haar algemene voorwaarden aansluiten op die van de rederij, in dit geval Lüftner Cruises, die op haar beurt heeft bedongen dat passagiers zelfredzaam moeten zijn. Zijn zij dat niet, dan leveren zij mogelijk een gevaar op voor anderen;
- in de derde plaats dienen de bedingen de belangen van de overige reizigers, die zich niet hoeven aan te passen aan het tempo van een onvoldoende mobiele medepassagier;
- in de vierde plaats dienen de bedingen de belangen van [gedaagde] , die immers schade zou lijden, indien zij van haar kant de overeenkomst is nagekomen ( [eiser] had een plaats op de cruise) en toch de reissom moet terugbetalen. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat evenmin oneerlijk is bevonden het beding in de ANVR-voorwaarden, dat inhoudt dat de reiziger die op de dag van vertrek of later annuleert, de reissom niet terugkrijgt. Het is ongewenst, indien een reiziger die zelf annuleert, bijvoorbeeld na een gebroken heup, de reissom niet terugkrijgt, terwijl een reiziger die tekort komt in de nakoming door “unfit to travel” op het opstappunt te verschijnen, de reissom wel terug krijgt.
- [eiser] is reeds op 6 juli 2023 schriftelijk gewaarschuwd, dat zijn annuleringsverzekering de annuleringskosten niet zou vergoeden als hij wachtte met annuleren in de hoop op een voorspoedig herstel;
- op 13 augustus 2023 is [eiser] opnieuw gewaarschuwd, deze keer telefonisch en hij heeft er opnieuw voor gekozen de reis niet te annuleren; [gedaagde] heeft tijdens de mondelinge behandeling onweersproken gesteld dat zij [eiser] de keuze heeft gegeven om (i) een begeleider mee te nemen; (ii) een ander in zijn plaats te laten reizen en (iii) de reis te annuleren;
- [eiser] heeft ervan afgezien om een begeleider mee te nemen of de reis te annuleren en hij heeft het erop gewaagd;
- door op 8 september 2023 zonder begeleider op de opstapplaats voor de reis te verschijnen, heeft hij [gedaagde] voor het blok geplaatst. De reisbegeleider moest ter plaatse beslissen of [eiser] “fit to travel” was. Anders dan [eiser] aanvoert, is het niet mogelijk om daarvoor eenduidige criteria toe te passen. [eiser] heeft erkend dat hij afhankelijk was van het looprek dat hij had meegenomen. De desbetreffende reisbegeleider heeft schriftelijk verklaard dat [eiser] “duidelijk heel slecht ter been [is] (schuifelt moeizaam)”, “het instappen kan hij niet zonder hulp” en dat zij “grotere problemen voorzag bij het aan en van het schip gaan en bij alle noodzakelijke verplaatsingen aan boord”. [eiser] betwist dat de verklaring klopt, maar dat doet hij onvoldoende gemotiveerd;
- [gedaagde] heeft verklaard dat de beslissing om [eiser] als passagier te weigeren genomen is, nadat de reisbegeleider naar het hoofdkantoor had gebeld en haar observaties had gedeeld. De beslissing is uiteindelijk genomen door [naam 1] en [naam 2] , in overleg met de desbetreffende reisbegeleider, aldus [gedaagde] . Die lezing vindt steun in de schriftelijke verklaring van de reisbegeleider en de betwisting van [eiser] is onvoldoende gemotiveerd. Deze gang van zaken wijst niet op een overhaaste beslissing;
- [gedaagde] heeft onweersproken gesteld, dat indien zij [eiser] wel naar Passau had gebracht, de rederij [eiser] mogelijk niet aan boord had laten gaan. In dat geval was [eiser] in Passau gestrand;
- [gedaagde] had op 8 september 2023 niet meer de mogelijkheid om een andere deelnemer te vinden die de plaats van [eiser] kon innemen. Voor [gedaagde] zou het terugbetalen van de reissom verlies van omzet, dus schade betekenen.