ECLI:NL:RBROT:2024:11181
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen terugvordering studiefinanciering
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 13 november 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaar tegen de terugvordering van studiefinanciering beoordeeld. Eiseres had op 10 januari 2024 een bezwaarschrift ingediend tegen beslissingen van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die studiefinanciering had teruggevorderd vanwege meerinkomen. De minister verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk met een besluit van 15 februari 2024. Eiseres stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was vanwege persoonlijke omstandigheden, waaronder psychische problemen en marginale huisvesting. De rechtbank oordeelde echter dat het niet tijdig indienen van het bezwaarschrift aan eiseres kon worden toegerekend. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet had aangetoond dat er bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar in stand bleef. Eiseres kreeg geen terugbetaling van het griffierecht en geen vergoeding van proceskosten.