ECLI:NL:RBROT:2024:10965
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het werkplan van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen met betrekking tot re-integratie
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 8 november 2024, wordt het beroep van eiser tegen het werkplan van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) beoordeeld. Eiser, die sinds 29 augustus 2021 een uitkering ontvangt op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) met een arbeidsongeschiktheid van 100%, is aangemeld voor een re-integratietraject. Dit traject, dat op 25 april 2023 is vastgesteld, omvat een participatie interventie van vijf maanden met 21 uur begeleiding. Eiser betwist de noodzaak en haalbaarheid van dit traject, verwijzend naar zijn medische klachten.
De rechtbank heeft het beroep op 14 oktober 2024 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als die van verweerder aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft besloten om eiser aan te melden voor het re-integratietraject. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in haar rapportage van 27 december 2023 vastgesteld dat eiser, ondanks zijn beperkingen, in staat is om deel te nemen aan het traject. De rechtbank oordeelt dat de activiteiten die in het werkplan zijn opgenomen, zowel psychisch als lichamelijk niet belastend zijn en dat eiser voldoende mogelijkheden heeft om aan het traject deel te nemen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de verplichting voor eiser om deel te nemen aan het re-integratietraject blijft staan. Eiser krijgt geen griffierecht terug en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.