ECLI:NL:RBROT:2024:1089
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor inrichtingskosten op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand voor inrichtingskosten door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Eiseres, die een DUO-uitkering op bijstandsniveau ontvangt, had op 18 augustus 2022 bijzondere bijstand aangevraagd voor inrichtingskosten, omdat zij recentelijk was verhuisd en haar huisraad niet kon bewaren vanwege bedreigingen door haar ex-partner. Het college heeft de aanvraag afgewezen, stellende dat de kosten voor huisraad voorzienbaar waren en dat eiseres had kunnen reserveren voor deze kosten.
Eiseres heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld, maar heeft zich voor de zitting afgemeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het aan eiseres was om aannemelijk te maken dat de kosten voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden en dat zij daarvoor niet had kunnen reserveren. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet voldoende had aangetoond dat de kosten noodzakelijk waren en voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden. De rechtbank concludeerde dat de kosten voor huisraad voorzienbaar waren en dat eiseres in de periode tussen haar verhuizing en de aanvraag had kunnen sparen voor deze kosten.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiseres geen gelijk kreeg en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.