Uitspraak
[eiser], uit [plaatsnaam], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Rotterdam
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Rotterdam het beroep van eiser tegen het besluit van 28 november 2023, waarin zijn aanvraag om inzage in persoonsgegevens is toegewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 21 oktober 2024, waarbij eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank onderzoekt of verweerder de Wet politiegegevens (Wpg) correct heeft toegepast en of het voldoende was om inzage te bieden op het politiebureau. De rechtbank concludeert dat de Wpg van toepassing is en dat verweerder niet verplicht was om een kopie van de gegevens te verstrekken. De gangbare praktijk is om inzage op het politiebureau te bieden, wat ook in lijn is met de Wpg.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de ingebrekestelling van eiser prematuur was, omdat verweerder nog binnen de wettelijke termijn van zes weken was om te beslissen. Hierdoor is verweerder geen dwangsom aan eiser verschuldigd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze mondelinge uitspraak.