Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 oktober 2024 in de zaken tussen
[eiseres], te [plaats], eiseres,
voorheen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
Rechtbank Rotterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 30 oktober 2024, met zaaknummers ROT 20/6294, 21/2968, 21/4474 en 21/6084, worden de beroepen van eiseres tegen vijf opgelegde boetes voor overtredingen van de Wet dieren beoordeeld. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. E. Dans, heeft boetes ontvangen van de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, vertegenwoordigd door mr. M. Kool, voor het niet naleven van hygiënevoorschriften in de uitsnijderij. De rechtbank concludeert dat de boetes terecht zijn opgelegd, aangezien er herhaaldelijk verontreinigingen zijn vastgesteld op de borstkappen van vleeskuikens, wat in strijd is met de geldende regelgeving. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een gering risico voor de volksgezondheid en dat de recidiveregeling correct is toegepast. Eiseres had betoogd dat de boetes te hoog waren en dat er sprake was van verminderde verwijtbaarheid, maar de rechtbank wijst deze argumenten af. De rechtbank stelt vast dat de opgelegde boetes evenredig zijn, gezien de ernst van de overtredingen en het risico voor de volksgezondheid. De beroepen worden ongegrond verklaard.