ECLI:NL:RBROT:2024:10516
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing laattijdige aanvraag Wajonguitkering door UWV
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 25 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J.I.T. Sopacua, en het UWV. Eiser had een laattijdige aanvraag voor een Wajonguitkering ingediend, welke door het UWV was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij tien jaar lang onafgebroken duurzaam geen arbeidsvermogen had. Eiser, geboren in 1986, had op 17 december 2019 zijn aanvraag ingediend, maar het UWV concludeerde dat zijn situatie niet duurzaam was, ondanks eerdere medische rapportages die zijn beperkingen bevestigden. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat het UWV de afwijzing voldoende had gemotiveerd en eiser niet in staat was gebleken om de benodigde medische informatie te verstrekken die zijn claim zou onderbouwen. De rechtbank benadrukte dat de bewijslast bij eiser ligt, vooral gezien de laattijdige aanvraag. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.