Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- verzoekster;
- mevrouw [persoon B] , werkzaam bij gemeente Voorne aan Zee (hierna: schuldhulpverlening);
- de heer Y. Mohamed, werkzaam bij 023 Bewind (hierna: beschermingsbewindvoerder).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 juli 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening op grond van artikel 287b van de Faillissementswet. Verzoekers, een gezin met drie jonge kinderen, hebben op 23 mei 2024 een verzoekschrift ingediend om een moratorium van zes maanden te verkrijgen, omdat zij in financiële problemen verkeren en dreigen te worden ontruimd uit hun huurwoning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de huur voor de maanden mei en juni 2024 is voldaan en dat de verzoekers voldoende inkomen ontvangen om aan de lopende huurtermijnen te voldoen. Verzoekers staan onder beschermingsbewind, wat de rechtbank als een waarborg beschouwt voor tijdige huurbetalingen. De rechtbank heeft de belangen van verzoekers, die met hun kinderen in de huurwoning willen blijven wonen, zwaarder laten wegen dan de belangen van de verhuurder, Stichting Maasdelta Groep, die het vonnis tot ontruiming van 9 mei 2023 ten uitvoer wilde leggen. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis opgeschort voor de duur van zes maanden, met de voorwaarde dat de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoekers niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar zij kunnen in de toekomst een nieuw verzoek indienen.