Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 december 2023;
- de akte overlegging producties van Frankenbach, met producties E-1 tot en met E-5;
- de incidentele conclusie ex art. 843a Rv van RWG, met producties A1 en A2;
- de incidentele conclusie van antwoord ex art. 843a Rv van Frankenbach, met producties E-6 tot en met E-10.
2.De feiten waarvan de rechtbank in dit incident uitgaat
3.De vordering in de hoofdzaak
- i) tot vergoeding van de schade aan Frankenbach, begroot op € 33.130,93, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het incident, althans de datum van de aansprakelijkstellingen, althans de dag van dagvaarding, tot aan de dag van volledige voldoening, te vermeerderen met de buitengerechtelijke kosten;
- ii) tot betaling van de (na)kosten van het geding binnen veertien dagen na het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten vanaf de termijn van voor voldoening.
4.Het geschil in het incident
- de schikkingsovereenkomst(en) en/of claim release(s) en/of het/de betalingsbewijs/ betalingsbewijzen en/of bankoverschrijving(en);
binnen zeven werkdagen na het te wijzen vonnis, op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 5.000,- per (deel van een) dag dat Frankenbach, althans EF, althans FCS, nalaten te voldoen aan de veroordeling met een maximum van € 50.000,-;
5.De beoordeling in het incident
rechtsmacht en toepasselijk recht
6.De beslissing
27 november 2024voor het nemen van conclusies van antwoord door RWG en Navitrans;