In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Herbel Beleggingen B.V. en [persoon01] c.s. over een huurovereenkomst voor een winkelruimte in Rotterdam. Herbel vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de winkelruimte wegens huurachterstand. De gedaagden, [persoon01] en [persoon02], betwistten de huurovereenkomst en stelden dat de huurovereenkomst was overgegaan op [bedrijf01] B.V., dat in 2021 was opgericht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst oorspronkelijk was aangegaan door [vof01] VOF, waarvan [persoon01] c.s. vennoten waren. In een allonge uit 2012 was afgesproken dat de huurder de mogelijkheid had om de vennootschap onder firma over te zetten naar een besloten vennootschap. De rechter oordeelde dat aan de voorwaarden voor een rechtsgeldige contractsoverneming was voldaan, waardoor [bedrijf01] B.V. de rechten en verplichtingen van de huurovereenkomst had overgenomen. Dit leidde tot de conclusie dat [persoon01] c.s. niet als huurders konden worden aangemerkt en dat de vorderingen van Herbel moesten worden afgewezen. In reconventie werd het conservatoire beslag op de woning van [persoon01] c.s. opgeheven, omdat er geen grondslag meer was voor het beslag. Herbel werd veroordeeld in de proceskosten.