Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- de moeder;
- de vader;
Rechtbank Rotterdam
In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 6 oktober 2023, wordt een ondertoezichtstelling van een ongeboren kind besproken. De zaak is aangespannen door de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht, die verzocht om het ongeboren kind voor een periode van 12 maanden onder toezicht te stellen van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De ouders, de moeder en de vader, zijn betrokken bij de procedure, waarbij de moeder in het verleden geen gezag meer heeft gehad over haar andere kinderen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de opvoedsituatie van de ouders, die beiden een (licht) verstandelijke beperking hebben en afhankelijk zijn van hulpverlening. De kinderrechter oordeelt dat het nog ongeboren kind in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en dat het noodzakelijk is om toezicht te houden op de opvoedsituatie. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ondanks mogelijke rechtsmiddelen die door de ouders of andere belanghebbenden kunnen worden aangewend. De kinderrechter heeft de beschikking mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.