In deze zaak heeft eiseres, statutair gevestigd in [vestigingsplaats 1], een funderingsonderzoek uitgevoerd in opdracht van de heer [persoon A]. Eiseres vorderde betaling van de kosten voor dit onderzoek van gedaagde, gevestigd in [vestigingsplaats 2], op basis van de stelling dat [persoon A] de opdracht namens gedaagde had gegeven. Gedaagde betwistte deze vertegenwoordiging en stelde dat [persoon A] niet bevoegd was om namens haar op te treden. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat [persoon A] geen bestuurder was van gedaagde en nooit in dienst was geweest, waardoor hij niet bevoegd was om de opdracht te geven. Eiseres kon bovendien geen beroep doen op schijn van volmachtverlening, omdat het vertrouwen dat zij had in de vertegenwoordiging niet gerechtvaardigd was op basis van de feiten en omstandigheden. De rechter heeft het verstekvonnis van 4 april 2023 vernietigd en de vordering van eiseres afgewezen. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, vastgesteld op € 660,00, met wettelijke rente. De proceskostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.