ECLI:NL:RBROT:2023:9738
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een pleeggezin
In deze zaak heeft de kinderrechter op 15 september 2023 een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [kind01]. De zaak werd behandeld door de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, waarbij de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (hierna: de GI) het verzoek indiende. De minderjarige, geboren in 2008, was eerder in crisisopvang geplaatst en verblijft nu in een pleeggezin waar hij zich goed ontwikkelt. De ouders van [kind01] zijn belast met het ouderlijk gezag, maar zijn niet verschenen tijdens de zitting. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders wel correct zijn opgeroepen.
De procedure begon met een verzoek van de GI om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, wat eerder was goedgekeurd in een beschikking van 18 juli 2023. De kinderrechter heeft de situatie van [kind01] beoordeeld, waarbij werd opgemerkt dat hij in zijn thuissituatie te maken had met huiselijk geweld en drugsgebruik door de ouders. Dit heeft geleid tot onveiligheid en een schadelijke omgeving voor de minderjarige. De kinderrechter concludeert dat de ouders momenteel niet in staat zijn om de zorg voor [kind01] op zich te nemen.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat [kind01] zich in het pleeggezin goed ontwikkelt. Hij gaat weer naar school, heeft vrienden en voelt zich veilig. De kinderrechter heeft daarom besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 9 juli 2024, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in aanwezigheid van griffier V. Lankhaar.