Op 8 september 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht betreffende de minderjarige [kind01]. De kinderrechter heeft een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van vier weken, waarbij de minderjarige tijdelijk bij zijn oom verblijft. Dit besluit volgt op een escalatie in de thuissituatie, waarbij zorgen over de veiligheid zijn gerezen. De Raad heeft verzocht om een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing, waarbij de oude jeugdbeschermer van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering betrokken zal zijn om het gezin te ondersteunen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de thuissituatie van [kind01] onhoudbaar is geworden door meerdere incidenten en het gebrek aan adequate hulpverlening. De moeder van [kind01] heeft verweer gevoerd tegen de uithuisplaatsing, maar de kinderrechter oordeelt dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing voor een kortere periode van vier weken toegewezen, zodat er tijd is voor hulpverlening en het creëren van een veilige thuissituatie.
De kinderrechter heeft ook besloten dat de huidige gecertificeerde instelling vervangen moet worden door de William Schrikker Stichting, die bekend is met de situatie van het gezin. De kinderrechter heeft een vervolgdatum vastgesteld voor verdere behandeling van de zaak, waarbij de betrokken partijen worden opgeroepen om hun standpunten te verduidelijken.