In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser01], die handelt onder de naam [handelsnaam01], en CCT Services B.V. De kern van het geschil betreft de vraag of [eiser01] gebonden is aan een raamovereenkomst, ondanks het feit dat hij deze niet heeft ondertekend. De rechter oordeelt dat [eiser01] wel degelijk aan de raamovereenkomst is gebonden, omdat hij bekend was met de inhoud en partijen uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst. Dit betekent dat hij ook gebonden is aan het daarin opgenomen relatiebeding.
CCT heeft gesteld dat [eiser01] het relatiebeding heeft geschonden door werkzaamheden voor een derde partij uit te voeren zonder toestemming. De kantonrechter oordeelt dat [eiser01] inderdaad het relatiebeding heeft geschonden en dat hij daarom een boete van € 5.000,00 aan CCT verschuldigd is. CCT heeft daarnaast een vordering op [eiser01] van € 2.475,00, die door de boete kan worden verrekend. De rechter wijst de vordering van CCT toe en verklaart dat [eiser01] ook de proceskosten moet betalen.
De uitspraak benadrukt dat een overeenkomst niet per se schriftelijk en ondertekend hoeft te zijn om rechtsgeldig te zijn, zolang er sprake is van aanbod en aanvaarding. De kantonrechter wijst erop dat de redelijkheid en billijkheid niet in de weg staan aan de handhaving van het relatiebeding, en dat [eiser01] niet in verzuim is gekomen omdat een ingebrekestelling niet vereist was. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.