Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 maart 2023, met producties 1 tot en met 8;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van (internationale) onbevoegdheid;
- de conclusie van antwoord in het incident, met producties 9 en 10.
2.De vordering in de hoofdzaak
3.Het geschil in het incident
4.De beoordeling in het incident
Handlungsort, als de plaats waar de schade is ingetreden, het zogenaamde
Erfolgsort. De eisende partij heeft de keuze of hij de gedaagde oproept voor de rechter van het
Handlungsortdan wel voor die van het
Erfolgsort. Zie HvJEG 30 november 1976,
NJ1977/494 (
Bier/Mines de potasse d’Alsace).
Handlungsortals het
Erfolgsortgelegen binnen het rechtsgebied van deze rechtbank, de rechtbank Rotterdam. Juni betwist dat. Volgens Juni zijn geen van beide in Nederland gelegen.
Handlungsortniet in Nederland is gelegen.
Erfolgsortwél in Nederland is gelegen oordeelt de rechtbank als volgt.
directegevolg is van de in dit verband gestelde onrechtmatige gedraging van Juni, het zonder enige rechtvaardigingsgrond onder zich houden van de gelden van ETT. Het mag dan misschien wel zo zijn dat ETT (in Nederland) winst heeft gederfd vanwege het niet kunnen beschikken over deze gelden, dat neemt niet weg dat deze winstderving niet het directe gevolg is van de weigering van Juni om de gelden van ETT naar ETT over te maken maar daarvan slechts een indirect gevolg is. Voor de bepaling van het
Erfolgsortin de zin van artikel 7 sub 2 Brussel I bis-Vo is het niet kunnen beschikken door ETT over haar eigen gelden als gevolg van genoemde weigering van Juni dus de enige relevante schade. Dat is immers, als gezegd, de directe (vermogens)schade. Zie bijvoorbeeld HvJEG 19 september 1995,
NJ1997/52 (
Marinari/Lloyd’s Bank)
Erfolgsortbuiten Nederland gelegen, zodat de rechtbank hier geen bevoegdheid kan ontlenen aan het bepaald in artikel 7, aanhef en sub 2, Brussel I bis-Vo.