Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 februari 2023 in de zaak tussen
[naam] , uit Rotterdam, eiser
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (het college)
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
De aanvraag is in behandeling genomen en deels is ook op de aanvraag een beslissing gemaakt" en dat hij er op aandringt dat het college alsnog een beslissing neemt nu hij schrijft: "
Wanneer u niet binnen twee weken alsnog een besluit neemt, dan bent u een dwangsom verschuldigd.".
Ik maak bezwaar tegen uw besluit van 21 maart 2022 U wijst mijn verzoek om een dwangsom af terwijl u nog steeds niet heeft beslist op mijn aanvraag van 10 januari 2022. Ik verzoek u vriendelijk om alsnog een beslissing te nemen op de aanvraag van 10 januari 2022 …". Ook hieruit kan naar het oordeel van de rechtbank worden opgemaakt dat eiser zich op het standpunt stelt dat het college nog niet op de aanvraag van 10 januari 2022 heeft beslist en dat hij er op aandringt dat het college alsnog een beslissing neemt.
Op 13-05-2022 neemt rapp. deze aanvraag met spoed over n.a.v. GB en bezwaar op afwijzing dwangsom dd 08-03-2022 in overleg met KWM M.Verwaal. Aanvraag llT zat achter de aanvraag bewind; dienst lIT is destijds niet opgestart”.