ECLI:NL:RBROT:2023:9539

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 oktober 2023
Publicatiedatum
13 oktober 2023
Zaaknummer
10631200 VZ VERZ 23-7656
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging ontslag op staande voet en proceskostenvergoeding in arbeidszaak

In deze zaak verzoekt de werknemer, [verzoeker01], om vernietiging van zijn ontslag op staande voet door zijn werkgever, Jordex Customs and Compliance B.V. De werknemer had in 2022 toestemming gekregen om een ander bedrijf in te schakelen voor het opstellen van waivers, maar heeft niet gecommuniceerd dat dit bedrijf van zijn vriendin was. Nadat de werkgever hiervan op de hoogte raakte, heeft zij de werknemer op staande voet ontslagen. De werknemer verzoekt om vernietiging van het ontslag en betaling van ontslagvergoedingen, alsook om vernietiging van de non-concurrentiebedingen.

De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven. De werknemer heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door de belangen van de werkgever te schaden door het inschakelen van het bedrijf van zijn vriendin zonder dit te melden. De rechter stelt vast dat de werknemer niet alleen de vertrouwensrelatie heeft geschaad, maar ook dat hij heeft geprobeerd om de waarheid te verdoezelen tijdens de procedure. De rechter wijst de verzoeken van de werknemer af en oordeelt dat hij geen recht heeft op een schadevergoeding of transitievergoeding, omdat zijn handelen als ernstig verwijtbaar wordt beschouwd.

Daarnaast blijft het non-concurrentiebeding in stand, omdat de werknemer kennis heeft genomen van bedrijfsgevoelige informatie en de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft om deze informatie te beschermen. Tot slot wordt de werknemer veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de werkgever, die zijn begroot op € 15.000,00. De rechter concludeert dat de werknemer onrechtmatig heeft geprocedeerd door leugens te vertellen en te proberen valsheid in geschrift uit te lokken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 10631200 VZ VERZ 23-7656
uitspraak: 17 oktober 2023
beschikking van de kantonrechter
in de zaak van:
[verzoeker01] ,
wonende te [woonplaats01] ,
verzoeker,
gemachtigde: mr. G.H. Amstelveen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Jordex Customs and Compliance B.V.,gevestigd te Rhoon,
verweerder,
gemachtigde: mr. D.M.A. Oud.

1.Het verloop van de procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
  • het verzoekschrift van [verzoeker01] met bijlagen;
  • het verweerschrift met tegenverzoeken van Jordex;
  • de pleitaantekeningen van de gemachtigde van [verzoeker01] ;
  • de pleitaantekeningen van de gemachtigde van Jordex.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 5 oktober 2023.

2.Waar gaat de zaak over?

2.1
[verzoeker01] is sinds 2018 in dienst bij Jordex, een bedrijf dat in opdracht van bedrijven containers vervoert naar het buitenland. Onderdeel van het werk is het regelen van
waivers. Dat zijn belangrijke documenten waarop informatie over de lading, de afzender en de geadresseerde staat. Jordex maakt deze waivers niet zelf, maar besteedt dit werk uit aan andere bedrijven.
2.2
[verzoeker01] heeft in 2022 toestemming gekregen om op zoek te gaan naar een ander bedrijf voor het opstellen van de waivers, mede omdat er volgens [verzoeker01] onvrede was over de huidige partner. [verzoeker01] heeft toen het bedrijf van zijn vriendin aangedragen en opdrachten gegeven, maar hij heeft niet verteld dat het om het bedrijf van zijn vriendin gaat. Niet alle opdrachten gingen naar het bedrijf van de vriendin van [verzoeker01] .
2.3
Nadat Jordex erachter kwam dat het om het bedrijf van de vriendin van [verzoeker01] ging, heeft zij [verzoeker01] op staande voet ontslagen. [verzoeker01] is het met het ontslag niet eens. Hij verzoekt nu om de opzegging te vernietigen of anders betaling van ontslagvergoedingen. Ook verzoekt [verzoeker01] vernietiging van de non-concurrentiebedingen waaraan hij is gebonden.
2.4
De rechter wijst de verzoeken af. Zij oordeelt namelijk dat Jordex [verzoeker01] op staande voet mocht ontslaan en dat de handelwijze van [verzoeker01] ernstig verwijtbaar is. Hij heeft daarom geen recht op een vergoeding. De non-concurrentiebedingen blijven in stand. [verzoeker01] moet tot slot de daadwerkelijke proceskosten van Jordex vergoeden. Deze beslissingen worden hierna toegelicht.

3.Jordex mocht [verzoeker01] op staande voet ontslaan

3.1 .
. De wet geeft de werkgever het recht om een werknemer op staande voet te ontslaan als daar een dringende reden voor is. Hier is sprake van zo’n dringende reden. [verzoeker01] ontkent namelijk niet dat hij het bedrijf van zijn vriendin, met wie hij samenwoont, heeft ingeschakeld voor het regelen van waivers, zonder dat hij Jordex ervan op de hoogte heeft gesteld dat dit het bedrijf van zijn vriendin was. Jordex hoefde dat niet te accepteren en het is gerechtvaardigd dat zij hierdoor haar vertrouwen in [verzoeker01] is verloren.
3.2
[verzoeker01] diende te begrijpen dat Jordex had willen weten dat het om het bedrijf van de vriendin van [verzoeker01] ging. Aangezien [verzoeker01] bij Jordex verantwoordelijk was voor het geven van de opdrachten, ontstond hierdoor immers belangenverstrengeling. Het was aan Jordex om te beoordelen of zij daarin een probleem zag en of zij daarom er bijvoorbeeld voor zou kiezen om de opdrachten aan een ander bedrijf te geven of iemand anders verantwoordelijk te maken voor het geven van de opdrachten. Die beoordeling was niet aan [verzoeker01] .
3.3
Dat Jordex marktconforme prijzen heeft betaald is, maakt dit niet anders. Dit neemt namelijk niet weg dat Jordex door de handelwijze van [verzoeker01] niet de kans heeft gekregen om zelf te beoordelen of het bedrijf van de vriendin van [verzoeker01] de juiste keuze was voor Jordex. [verzoeker01] heeft bovendien niet betwist dat het bedrijf van zijn vriendin de waivers niet zelf opstelde, maar dit ook weer uitbesteedde. [verzoeker01] heeft niet kunnen uitleggen waarom deze tussenstap in het belang van Jordex was. Een en ander is des te meer verwijtbaar omdat [verzoeker01] er belang bij had om het bedrijf van zijn vriendin -en daarmee hun gezamenlijk inkomen- vooruit te helpen. Zijn persoonlijke omstandigheden maken om die reden ook niet dat ontslag op staande voet een te ernstig middel is. [verzoeker01] heeft uit eigen belang gehandeld en de gevolgen van het ontslag aan zichzelf te danken. De persoonlijke omstandigheden van [verzoeker01] zijn bovendien niet heel ernstig. Hij staat nog aan het begin van zijn carrière en kan daarom relatief eenvoudig een min of meer gelijkwaardige baan vinden in een andere sector.
3.4
Het inschakelen van het bedrijf van zijn vriendin zonder dit aan Jordex te vertellen, levert voldoende grond op voor ontslag op staande voet. Daarom hoeft niet te worden beoordeeld of en in hoeverre [verzoeker01] zelf betrokken was bij de onderneming van zijn vriendin en of dit in strijd zou zijn met de non-concurrentiebedingen. Overigens heeft het er alle schijn van dat [verzoeker01] wel degelijk actief bij de onderneming betrokken was en dat hij heeft geprobeerd dit in deze procedure te verdoezelen (zie hierna).

4.Jordex heeft niet te lang gewacht met het geven van het ontslag

4.1
[verzoeker01] stelt zich terecht op het standpunt dat ontslag op staande voet ‘onverwijld’ moet worden gegeven. Naar het oordeel van de rechter heeft Jordex aan deze eis voldaan. Zij legt dit oordeel hierna uit.
4.2
Tussen partijen is niet in geschil dat Jordex op 24 mei 2023 een onderzoek is gestart naar een factuur. Op die dag is Jordex erachter gekomen dat het ging om een bedrijf van de vriendin van [verzoeker01] . De volgende dag heeft Jordex haar advocaat om advies gevraagd. Die dag heeft Jordex ook meer onderzoek gedaan, onder meer naar de vraag of [verzoeker01] zelf betrokken was bij het maken van de waivers. De dag erna, op vrijdag 26 mei, hebben partijen een gesprek gehad zodat [verzoeker01] zijn kant van het verhaal kon vertellen. Op dinsdag 30 mei heeft Jordex de beslissing genomen om [verzoeker01] te ontslaan.
4.3
Samengevat heeft het zes dagen geduurd voordat Jordex overging tot ontslag vanaf het moment dat zij ervan op de hoogte was dat het ging om het bedrijf van de vriendin van [verzoeker01] . Drie van deze dagen vielen binnen het Pinksterweekend en waren dus vrije dagen. In de drie werkdagen heeft Jordex onderzoek gedaan en heeft zij een gesprek met [verzoeker01] gevoerd. Gezegd zou kunnen worden dat Jordex op vrijdag 26 mei [verzoeker01] al had moeten ontslaan, maar een werkgever moet één of twee werkdagen de tijd kunnen nemen om alles zorgvuldig te overdenken en af te wegen voor zo’n zware beslissing wordt. Het ontslag is daarom onverwijld gegeven zoals bedoeld in de wet.

5.Het ontslag blijft in stand en [verzoeker01] heeft geen recht op een vergoeding

5.1
Het ontslag op staande voet is terecht gegeven. Het verzoek tot vernietiging van het ontslag wordt daarom afgewezen en [verzoeker01] heeft geen recht op een schadevergoeding of een billijke vergoeding. [verzoeker01] heeft ook geen recht op een transitievergoeding, want de handelwijze van [verzoeker01] is ernstig verwijtbaar. Hij heeft immers bewust en uit eigen belang informatie achtergehouden voor Jordex. Bovendien is voldoende komen vast te staan dat hij ook tijdens deze procedure heeft geprobeerd de waarheid te verhullen (zie hierna).

6.De non-concurrentiebedingen blijven bestaan

6.1
De non-concurrentiebedingen zullen niet worden vernietigen. Hij heeft namelijk niet betwist dat de markt waarin Jordex zich bevindt sterk concurrerend is, dat [verzoeker01] kennis heeft genomen van bedrijfsgevoelige informatie zoals de marges, de in- en verkoopprijzen en de bedrijfsstrategieën. Daar komt bij dat [verzoeker01] heeft laten zien dat Jordex hem niet kan vertrouwen. Jordex heeft er daarom een gerechtvaardigd belang bij om te regelen dat haar bedrijfsinformatie niet bij concurrenten komt. Jordex heeft daarom belang bij het handhaven van de bedingen.
6.2
Het belang van [verzoeker01] bij schrapping van de bedingen weeg minder zwaar dan het belang van Jordex bij handhaving. [verzoeker01] heeft relatief snel een nieuwe baan gevonden waarbij hij weliswaar iets minder verdient, maar het verschil (€ 400,00 per maand) is niet zo groot. De bedingen zijn bovendien zowel in tijd als in afstand beperkt. Na een jaar kan [verzoeker01] dus alsnog aan de slag bij een concurrent, ook binnen een straal van 80 km. In feite komt het er daarom op neer dat [verzoeker01] gedurende een periode van maximaal een jaar genoegen zal moeten nemen met een wat lager salaris. Dat is onvoldoende om de non-concurrentiebedingen opzij te zetten of om [verzoeker01] een vergoeding toe te kennen.

7.[verzoeker01] moet alle proceskosten van Jordex vergoeden

7.1
[verzoeker01] wordt veroordeeld om de daadwerkelijk door Jordex gemaakte proceskosten te betalen. De rechter is namelijk van oordeel dat de wijze waarop [verzoeker01] heeft geprocedeerd onrechtmatig is en in zo’n geval heeft de wederpartij recht op vergoeding van de daadwerkelijk gemaakte proceskosten. [1] Vast is namelijk komen te staan dat [verzoeker01] heeft gelogen en dat hij zelfs strafbare feiten heeft gepleegd in een poging om die leugen te maskeren.
7.2
Tussen partijen is niet in geschil dat vanuit het bedrijf van de vriendin van [verzoeker01] e-mails zijn gestuurd met als naam in de handtekening
[naam01]. Deze naam komt op internet niet voor. Uit de gesprekken die Jordex heeft gevoerd met [naam01] (die een profiel heeft op LinkedIn) blijkt zonder meer dat [verzoeker01] de ‘ [naam01] ’ is die deze e-mails heeft gestuurd. [verzoeker01] schrijft namelijk in een Whatsapp bericht:
I used your name because my name is [naam01] as well. But they have questions about shipments were I have waiver certificates for. And they want to speak with ‘ [naam01] ’ to sort things out.
7.3
In dit bericht erkent [verzoeker01] dat hij zich heeft voorgedaan als iemand en dat hij daarbij de naam van [naam01] heeft gebruikt. Daar komt bij dat [verzoeker01] er geen verklaring voor heeft kunnen geven dat [naam01] zijn eigen naam onder de e-mails fout zou hebben geschreven. Hij heeft er ook geen verklaring voor kunnen geven dat de e-mails in het Nederlands waren opgesteld terwijl [naam01] geen Nederlands spreekt. Tot slot heeft [verzoeker01] er geen verklaring voor kunnen geven waarom [naam01] nu in strijd met de waarheid zou verklaren dat hij niet heeft gewerkt voor het bedrijf van zijn vriendin. [naam01] heeft daarbij geen belang. Nadat [naam01] had verklaard dat hij niet bereid was een verklaring te tekenen, reageerde [verzoeker01] bovendien met:
‘ah okay. I understand’.Uit dit alles volgt dat [naam01] niet bestaat en dat [verzoeker01] zelf de e-mails heeft geschreven onder de verzonnen naam [naam01] .
7.4
Verder blijkt uit deze gesprekken dat [verzoeker01] [naam01] met geld heeft geprobeerd over te halen om een valse verklaring te tekenen zodat die verklaring als bewijsmiddel gebruikt kon worden. [verzoeker01] schrijft namelijk verderop in het Whatsapp-gesprek:
They just want to hear a voice.
I need a statement from you that you helped out my company. Is it okay that I send you a small statement to sign with a copy id please? I am in deep shit without this. It’s so important to me or I lose my job. Please buddy. If there was a other way I would do it. I make the statement and send it to you. You only have tot sign with copy Id. I am so fucked without it. I’ll pay you as well.
And is it okay I transfer an amount of money to your bank so I have a payment to you? They only want to know if you exist.
7.5
Deze handelwijze is in strijd met artikel 21 Rv. [verzoeker01] mag op grond van artikel 21 Rv in deze procedure namelijk geen bewuste leugens vertellen. De handelwijze van [verzoeker01] is bovendien strafbaar, omdat het gaat om een poging tot uitlokking van valsheid in geschift. [2] De wijze van procederen van [verzoeker01] is daarmee onrechtmatig en dus moet [verzoeker01] alle door Jordex redelijk gemaakte kosten vergoeden.
7.6
Jordex heeft de facturen van de tot de zitting gemaakte kosten bijgevoegd. [verzoeker01] heeft daartegen aangevoerd dat de facturen onvoldoende gespecificeerd zijn. Er bestaat echter geen reden om eraan te twijfelen dat deze facturen betrekking hebben op deze zaak. De hoogte van het bedrag komt verder niet onredelijk voor. Wel wordt de btw buiten beschouwing gelaten omdat de rechter ervan uitgaat dat Jordex deze kan verleggen. De tot aan de zitting gemaakte kosten worden daarom begroot op € 13.108,51. Gelet op de kosten die nog gemaakt zijn voor de zitting, zal de rechter het totaalbedrag schatten op € 15.000,00.

8.De beslissing

De kantonrechter,
wijst de verzoeken van [verzoeker01] af;
veroordeelt [verzoeker01] in de proceskosten, tot op vandaag aan de zijde van Jordex begroot op € 15.000,00 aan kosten voor de advocaat en verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C. Halk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
371

Voetnoten

1.HR 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7828, NJ 2012/233 (Grand Cafė Duka/Achmea)
2.Zie artikel 46b in combinatie met artikel 47 en artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht