ECLI:NL:RBROT:2023:945
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid verzoek tot tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel na beëindiging
Op 11 januari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de veroordeelde, die eerder was opgelegd de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren. Deze maatregel is geëindigd op 26 december 2022. De veroordeelde heeft op 3 december 2022 een verzoek ingediend voor een tussentijdse beoordeling van de noodzaak tot voortzetting van de ISD-maatregel. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een openbare zitting, waarbij de officier van justitie en de raadsman van de veroordeelde aanwezig waren. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de veroordeelde, omdat de ISD-maatregel reeds was geëindigd en er derhalve geen belang meer was bij een beoordeling van de voortzetting.
De raadsman heeft betoogd dat de ISD-maatregel met terugwerkende kracht had moeten worden beëindigd en dat de beoordeling ex tunc had moeten plaatsvinden. Hij voerde aan dat de ISD-maatregel onterecht was toegepast en dat er geen sprake was van een verslaving. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de ISD-maatregel op het moment van de behandeling al was geëindigd en dat de veroordeelde daarom niet-ontvankelijk verklaard moest worden in zijn verzoek. De rechtbank heeft de beslissing op 11 januari 2023 openbaar uitgesproken.