3.1.[eiser 1] en [eiser 2] vorderen, verkort weergegeven, dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] gezamenlijk en elk voor zich met onmiddellijke ingang verbiedt om zich tegenover derden, waaronder de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam, de commissaris van de Koning van de provincie Zuid-Holland, [persoon A] , de voorzitter van de Atlantikwalltafel, [persoon B] , en wethouder [persoon C] van de gemeente Rotterdam, negatief uit te laten over [eiser 1] en [eiser 2] , op een wijze van gelijke aard of strekking als in de notitie en de e-mail van 9 augustus 2022, met oplegging van een dwangsom van € 10.000,00 per overtreding en per persoon, met een maximum van € 100.000,00,
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] veroordeelt tot het doen van een rectificatie, luidende:
[gedaagde 2]
"Geachte mevrouw, mijnheer,
Enige tijd geleden hebben wij, [gedaagde 2] en de [gedaagde 1] , aan u onder andere het document
'De klinkklare onzin die ' [eiser 1] ' i.c. [eiser 2] regelmatig uitkraamt' toegezonden. Daarin hebben wij ten onrechte en zonder te beschikken over enig bewijs ernstige beschuldigingen geuit aan het adres van de [eiser 1] en de heer [eiser 2] . Wij hebben daarbij ook ten onrechte en zonder enige grond uiterst negatieve kwalificaties gebruikt. Wij hadden dit niet mogen doen.
Bij deze trekken wij, [gedaagde 2] en de stichting Vesting Hoek van Holland, desbetreffende uitlatingen dan ook nadrukkelijk in.
[gedaagde 2] ,
mede namens de stichting Vesting Hoek van Holland"
met bepaling dat deze rectificatie binnen veertien dagen na betekening van het vonnis op eigen kosten, zonder begeleidend commentaar, zonder nadere bijschriften, afbeeldingen en/of bijlagen en op het gebruikelijke briefpapier van [gedaagde 1] , voorzien van de naam en handtekening van [gedaagde 2] , per aangetekende brief en per e-mail dient te worden verzonden aan de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam, de commissaris van de Koning van de provincie Zuid-Holland, [persoon A] , wethouder [persoon C] van de gemeente Rotterdam en de voorzitter van de Atlantikwalltafel, [persoon B] ,
met overlegging binnen een maand na verzending van de verzendbewijzen, waaronder de print-outs van de track & trace-informatie van de website van de postinstantie waaruit de ontvangst kan worden afgeleid, aan eisers, onder oplegging van een dwangsom van € 2.500,00 per persoon per dag, met een maximum van € 50.000,00,
3. a) [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zowel gezamenlijk als elk voor zich veroordeelt om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis aan eisers een door een externe accountant gecontroleerde opgave te doen van alle personen en/of organisaties aan wie zij uitlatingen op een wijze van gelijke aard of strekking als in de notitie en e-mail van 9 augustus 2022 hebben gedaan, onder oplegging van een dwangsom van € 2.500,00 per persoon per dag, met een maximum van € 50.000,00,
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] veroordeelt tot het doen van de hiervoor onder 2 opgenomen rectificatie, met bepaling dat deze rectificatie binnen veertien dagen na betekening van het vonnis op eigen kosten, zonder begeleidend commentaar, zonder nadere bijschriften, afbeeldingen en/of bijlagen en op het gebruikelijke briefpapier van [gedaagde 1] , voorzien van de naam en handtekening van [gedaagde 2] , per aangetekende brief en per e-mail dient te worden verzonden aan de onder 3 a) bedoelde personen en instanties, met overlegging binnen een maand na verzending van desbetreffende verzendbewijzen, waaronder de print-outs van de track & trace-informatie van de website van de postinstantie waaruit de ontvangst kan worden afgeleid, aan eisers, onder oplegging van een dwangsom van € 2.500,00 per persoon per dag, met een maximum van € 50.000,00,
4. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] elk veroordeelt in de kosten van deze procedure, waaronder de nakosten, te voldoen aan eisers binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, onder bepaling dat indien de kosten niet binnen de gestelde termijn zijn voldaan, vanaf de negende dag na het vonnis wettelijke rente over de kosten verschuldigd is.