Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser01] ,
[eiser02],
[eiser03] B.V.,
[eiser04] B.V.,
[eiser05] B.V.,
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding van 22 december 2022, met producties 1 tot en met 7;
- de brief van 19 januari 2023 namens [eiser01] c.s., met producties 8 tot en met 17;
- de brief van 23 januari 2023 namens [eiser01] c.s., met producties 18 tot en met 20;
- de akte overlegging producties namens de curator, met producties 1 tot en met 12;
- de pleitnota van [eiser01] c.s.;
- de pleitnota van de curator.
3.De feiten
- Op 5 februari 2021 ten laste van [eiser01] : conservatoir derdenbeslag onder de Rabobank. Het beslag heeft doel getroffen voor € 1,50. Ook is op die datum conservatoir beslag gelegd op de woning aan de [adres01] te Venlo.
- Op 9 februari 2021 ten laste van [eiser02] : conservatoir derdenbeslag onder de SNS Bank. Het beslag heeft doel getroffen voor een bedrag van € 156,24.
- Op 5 februari 2021 ten laste van [eiser03] Holding: conservatoir derdenbeslag onder de Aegon Bank. Het beslag heeft doel getroffen voor een bedrag van € 115.797,58.
- Op 5 februari 2021 ten laste van [eiser04] : conservatoir derdenbeslag onder de ING Bank. Het beslag heeft doel getroffen voor een bedrag van € 16.625,49;
- Ten laste van [eiser05] : conservatoir beslag op het bedrijfspand aan de [adres02] te Venlo en conservatoir derdenbeslag onder de Aegon Bank. Het beslag heeft doel getroffen voor een bedrag van € 1.959,81.
4.Het geschil
- de curator te verbieden om na opheffing van de conservatoire beslagen opnieuw ten laste van [eiser01] c.s. conservatoir beslag te leggen voor de gepretendeerde vorderingen zoals omschreven in punt 6 van de dagvaarding, totdat in de bodemzaken een onherroepelijke uitspraak is gedaan, op verbeurte van een dwangsom van € 100.000,-;
- de curator te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf 15 dagen na de datum van dit vonnis.
5.De beoordeling
1.016,00