In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument, aangeduid als [eiser01], en een professionele verkoper, aangeduid als [bedrijf01]. De consument had een Volkswagen Polo gekocht voor € 4.500,-, maar na de aankoop klaagde hij over gebreken aan de auto. De verkoper betwistte de gebreken niet, maar stelde dat hij de consument voorafgaand aan de verkoop op deze gebreken had gewezen. De kantonrechter oordeelde dat de verkoper niet in zijn bewijsopdracht was geslaagd, omdat de getuigenverklaringen niet voldoende bewijs boden dat de consument was geïnformeerd over de gebreken.
De kantonrechter concludeerde dat de verkoper zijn mededelingsplicht had geschonden, wat leidde tot dwaling aan de zijde van de consument. De koopovereenkomst werd vernietigd op grond van artikel 6:228 lid 1 onder b BW, en de verkoper werd veroordeeld om de koopprijs terug te betalen en de auto weer op zijn naam te zetten. Daarnaast moest de verkoper de door de consument gemaakte kosten voor verzekering en wegenbelasting vergoeden. De kantonrechter wees ook de vordering tot vergoeding van onderzoekskosten en buitengerechtelijke incassokosten toe, evenals de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van verkopers om consumenten adequaat te informeren over gebreken aan producten, vooral in de context van de verkoop van tweedehands voertuigen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de verkoper onmiddellijk aan de uitspraak moet voldoen, ondanks eventuele hoger beroep mogelijkheden.