In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en de buitenlandse vennootschap HDI Global SE. De zaak betreft pensioenaanspraken van de werknemer, waarbij eerder tussenvonnissen zijn uitgesproken. De kantonrechter heeft een deskundige benoemd om de pensioenaanspraken van de werknemer te berekenen, waarbij de deskundige concludeerde dat de berekende pensioenaanspraak van de werknemer vrijwel overeenkomt met de pensioenaanspraak zoals vermeld in de UPO van 2014. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de pensioenaanspraak voldoende gefinancierd is door HDI Global en heeft de vorderingen van de werknemer afgewezen. Tevens is de werknemer veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.188,-. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de proceskosten direct moeten worden betaald, ongeacht een eventuele hoger beroep.