Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 februari 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met één bijlage;
- de brief van 1 mei 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres01] en [gedaagde01] over een huurachterstand van een bedrijfsruimte. [eiseres01] vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte, alsook betaling van een huurachterstand van € 4.771,53 en een contractuele boete van € 3.900,-. De huurovereenkomst was gebaseerd op de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Kantoorruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde01] niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling en de stellingen van [gedaagde01] over tijdige betalingen niet heeft onderbouwd. Hierdoor ging de kantonrechter uit van de juistheid van de door [eiseres01] gestelde huurachterstand. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand van meer dan drie maanden voldoende grond vormde voor ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte. De rechter heeft de vorderingen van [eiseres01] grotendeels toegewezen, inclusief de betaling van de huurachterstand, de contractuele boete en de buitengerechtelijke incassokosten. Tevens werd [gedaagde01] veroordeeld om de bedrijfsruimte binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.