Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen;
- het verweerschrift, met bijlagen;
- de bijlagen bij de mail van 18 augustus 2023 van [verzoekster01] ;
- de mail van 28 augustus 2023 met bijlagen van Pameijer;
- de akte met bijlagen van [verzoekster01] .
2.De feiten
3.Het geschil
- voor recht te verklaren dat [verzoekster01] zich op 27 maart 2023 niet schuldig heeft gemaakt aan een dringende reden voor ontslag op staande voet;
- Pameijer te veroordelen aan haar te betalen een transitievergoeding van € 5.233,00 bruto, met rente;
- Pameijer te veroordelen aan haar te betalen een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 5.680,35 bruto, met rente;
- Pameijer te veroordelen aan haar te betalen een billijke vergoeding van € 10.000,00 bruto, met rente;
- Pameijer te veroordelen in de proceskosten met rente;
- de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.De beoordeling
geen dringende reden voor ontslag op staande voet
ernstigverwijtbaar is. Dit ligt ook besloten in het oordeel dat een ontslag op staande voet een te vergaande maatregel was. Pameijer moet dus de transitievergoeding aan [verzoekster01] betalen. Voor de berekening van de transitievergoeding gaat de kantonrechter uit van een brutosalaris inclusief emolumenten van € 2.726,79, zoals door Pameijer in het verweerschrift is gesteld en door [verzoekster01] niet meer is betwist.