ECLI:NL:RBROT:2023:9006

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 september 2023
Publicatiedatum
27 september 2023
Zaaknummer
C/10/664424 / KG ZA 23-765
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van conservatoir beslag in kort geding tussen aandeelhouders en beleggingsinstelling

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, hebben de eiseressen, bestaande uit verschillende besloten vennootschappen en een natuurlijke persoon, een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, China Creates B.V. De eiseressen vorderen de opheffing van conservatoire beslagen die door China Creates zijn gelegd. De achtergrond van het geschil betreft een aanbiedingsplicht van aandelen in de besloten vennootschap China Creates Rotterdam B.V. (CCR) en de vraag of deze plicht is geschonden. China Creates heeft eerder conservatoire beslagen gelegd op de activa van de eiseressen, omdat zij meent dat de aanbiedingsplicht niet is nageleefd. De voorzieningenrechter heeft op 25 september 2023 geoordeeld dat de eiseressen onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat de vorderingen van China Creates summierlijk ondeugdelijk zijn. De voorzieningenrechter heeft daarbij een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat de belangen van China Creates bij handhaving van de beslagen zwaarder wegen dan die van de eiseressen bij opheffing. Echter, de voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat bepaalde beslagen, die meer dan € 200.000,- hebben geraakt, opgeheven moeten worden, omdat de eiseressen onvoldoende hebben onderbouwd wat de impact van de beslagen op hun financiële situatie is. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/664424 / KG ZA 23-765
Vonnis in kort geding van 25 september 2023
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CHINA CREATES ROTTERDAM B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 2],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
3. mevrouw
[eiseres sub 3] ,
wonende te [woonplaats 3] ,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DLS HOLDING B.V.,
gevestigd te Den Haag,
eiseressen,
advocaat: mr. R.A. Oskamp te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CHINA CREATES B.V.,
gevestigd te Den Haag,
gedaagde,
advocaten: mrs. R.J.G. van Brakel en W.E. Boogert te Rotterdam.
Eiseressen worden hierna gezamenlijk CCR c.s. en ieder afzonderlijk CCR, [eiseres sub 2] , [eiseres sub 3] en DLS genoemd. Gedaagde wordt hierna China Creates genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende stukken:
- de dagvaarding van 29 augustus 2023, met producties 1 tot en met 34;
- de brief van mr. Van Brakel van 7 september 2023, met één productie;
  • de spreekaantekeningen van mr. Oskamp;
  • de spreekaantekeningen van mrs. Van Brakel en Boogert.
1.2.
Op 11 september 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [eiseres sub 3] is in persoon verschenen, vergezeld door mr. Oskamp. Namens China Creates is de heer [persoon A] verschenen, vergezeld door mrs. Van Brakel en Boogert.
2. De feiten
2.1.
[eiseres sub 2] en DLS zijn beheervennootschappen. [eiseres sub 3] is bestuurder en enig aandeelhouder van [eiseres sub 2] . De heer [persoon B] (hierna: [persoon B] ) is bestuurder en enig aandeelhouder van DLS. [eiseres sub 3] en [persoon B] zijn met elkaar getrouwd.
2.2.
China Creates is onder meer actief als beleggingsinstelling in financiële activa. De heer [persoon C] (hierna: [persoon C] ) is (indirect) bestuurder en enig aandeelhouder van China Creates.
2.3.
China Creates heeft op 23 juli 2012 CCR opgericht.
2.4.
Op grond van de artikelen 13 en 14 van de statuten van CCR zijn aandeelhouders verplicht om de aandelen in CCR aan te bieden aan medeaandeelhouders als de zeggenschap over de aandeelhouder-rechtspersoon in andere handen komt (ofwel door overdracht van aandelen ofwel door een juridische fusie). Als een aandeelhouder die aanbiedingsplicht ten onrechte niet is nagekomen, heeft dat tot gevolg dat voor een aandeelhouder zijn stemrecht, het recht op deelname aan de algemene vergadering en het recht op uitkeringen worden opgeschort (artikel 14 lid 5 van de statuten).
2.5.
China Creates hield tot 28 december 2015 100% van de aandelen in CCR. Op 28 december 2015 heeft China Creates 15% van de aandelen in CCR geleverd aan [eiseres sub 2] .
2.6.
Op 11 februari 2016 heeft China Creates 33% van de aandelen in CCR geleverd aan Ye Holding B.V. (hierna: Ye) en 18% van de aandelen aan [eiseres sub 2] , die daardoor vanaf 11 februari 2016 33% aandeelhouder is van CCR. De overige 34% van de aandelen worden gehouden door China Creates.
2.7.
China Creates was van 23 juli 2012 tot en met 28 december 2015, 13 januari 2016 tot en met 11 februari 2016 en van 25 februari 2021 tot en met 22 oktober 2021 bestuurder van CCR. [eiseres sub 2] was enig bestuurder van CCR van 11 februari 2016 tot en met 31 januari 2021, gezamenlijk bestuurder van 1 februari 2021 tot en met 20 oktober 2021 en is sinds 21 oktober 2021 weer enig bestuurder.
2.8.
Op 2 september 2019 zijn de aandelen in Ye (100%) overgedragen aan DLS.
2.9.
Op 25 augustus 2020 is Ye gefuseerd met DLS. Ye was de verdwijnende
vennootschap en DLS de verkrijgende vennootschap.
2.10.
Bij brieven van 9 en 14 oktober 2020 aan DLS heeft de advocaat van China Creates zich op het standpunt gesteld dat de aanbiedingsplicht is geschonden bij de overdracht van de aandelen in CCR van Ye aan DLS op 2 september 2019 en bij de fusie tussen Ye en DLS op 25 augustus 2020.
2.11.
Op 27 november 2020 heeft een algemene vergadering van CCR plaatsgevonden. Bij die vergadering waren China Creates, [eiseres sub 2] en DLS vertegenwoordigd. Tijdens de vergadering heeft China Creates het “vaststellen van een nieuwe bestuurder” als agendapunt voorgedragen. China Creates heeft zich toen op het standpunt gesteld dat aan DLS geen stemrecht toekwam, vanwege de schending van de aanbiedingsplicht.
2.12.
China Creates is eind 2020 een kort geding gestart tegen [eiseres sub 2] en DLS. China Creates heeft primair gevorderd DLS te verbieden gebruik te maken van de stem- en vergaderrechten die aan de aandelen van CCR zijn verbonden, totdat de blokkerings-/aanbiedingsregeling uit de statuten is nageleefd. Subsidiair vorderde zij [eiseres sub 2] te gebieden mee te werken aan het op de algemene vergadering van CCR op 28 november 2020 genomen besluit tot schorsing van [eiseres sub 2] als bestuurder van CCR. De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft bij vonnis van 20 juli 2021 de vorderingen van China Creates afgewezen.
2.13.
China Creates is tegen het vonnis van de voorzieningenrechter van 20 juli 2021 in hoger beroep gegaan. Het Hof Den Haag heeft bij arrest van 14 maart 2023 het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd.
2.14.
Op verzoek van China Creates heeft de voorzieningenrechter in deze rechtbank op 2 augustus 2023 verlof verleend om:
ten laste van CCR conservatoir derdenbeslag te leggen onder ABN AMRO Bank N.V. (hierna: ABN AMRO) en Amazon Oriental Rotterdam Centrum B.V. (hierna: AORC);
ten laste van [eiseres sub 3] conservatoir derdenbeslag te leggen onder ING;
ten laste van [eiseres sub 2] en DLS conservatoir derdenbeslag te leggen onder ING Bank N.V. (hierna: ING) en CCR;
ten laste van DLS conservatoir beslag tot levering te leggen op haar aandelen in
CCR.
De vordering van China Creates op CCR c.s. is daarbij begroot op € 218.697,18. De vordering is opgebouwd uit een bedrag van € 168.228,60 (34% van de bedragen
(€ 494.790,-) die ten onrechte aan CCR zouden zijn onttrokken), vermeerderd met rente en kosten.
2.15.
China Creates heeft op 28 augustus 2023 CCR c.s. gedagvaard in een bodemprocedure. China Creates vordert in de hoofdzaak onder meer nakoming van DLS om de door haar gehouden aandelen aan te bieden aan haar medeaandeelhouders, waaronder China Creates. De overige vorderingen hebben betrekking op de gevolgen van het niet-nakomen van deze aanbiedingsplicht (waaronder de nietigheid van een tweetal besluiten en schadevergoeding).

3.Het geschil

3.1.
CCR c.s. vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
alle door China Creates ten laste van CCR c.s. gelegde conservatoire beslagen op te heffen;
China Creates te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2.
China Creates voert gemotiveerd verweer dat strekt tot afwijzing van de vorderingen.

4.De beoordeling

4.1.
Opheffing van een beslag kan onder meer, maar niet uitsluitend, plaatsvinden als een van de in artikel 705 lid 2 Rv genoemde gronden aanwezig is en een belangenafweging niet tot een ander oordeel leidt, en op grond van een, zelfstandige, belangenafweging.
4.2.
CCR c.s. leggen aan hun opheffingsvordering ten grondslag dat de vorderingen waarvoor de conservatoire beslagen zijn gelegd, betrekking hebben op het geschil waarover reeds een kort geding (inclusief een daartegen ingesteld hoger beroep) heeft plaatsgevonden. CCR c.s. is daarin tot tweemaal toe in het gelijk gesteld. Dat betekent volgens CCR c.s. dat de vorderingen waarvoor het beslagen zijn gelegd summierlijk ondeugdelijk zijn en dat ze op grond van artikel 705 lid 2 Rv moeten worden opgeheven.
4.3.
China Creates betwist dat er gronden voor opheffing zijn. De maatstaf is of summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van de vorderingen van China Creates. Dat is niet het geval. De stellingen van CCR c.s. zijn niets meer dan een verweer in de bodemzaak, waarin China Creates nakoming vordert van de aanbiedingsplicht en CCR c.s. aansprakelijk houdt voor de schade die zij lijdt als gevolg van de schending van die aanbiedingsplicht. Bovendien dienen de belangen van China Creates bij handhaving van de beslagen te prevaleren.
Deugdelijkheid van de vorderingen
4.4.
Tussen partijen is in geschil of sprake is van een summierlijk deugdelijk vorderingsrecht. Tussen partijen heeft al eerder een kort geding en een hoger beroep daarvan plaatsgevonden. Anders dan CCR c.s. (aan het einde van haar pleitnota) lijkt te betogen, hebben de beslissingen in het eerdere kort geding geen gezag van gewijsde. Een vonnis of arrest in kort geding heeft per definitie geen gezag van gewijsde omdat het gaat om een voorlopig oordeel. De beslissingen in het eerdere vonnis en arrest hebben in dit kort geding dan ook geen bindende kracht.
4.5.
Vaststaat dat aan de eerdere procedure en dit kort geding hetzelfde feitencomplex ten grondslag ligt. Niet in geschil is dat de aandelen twee maal (op 2 september 2019 (zie 2.8) en op 25 augustus 2020, ten onrechte en in strijd met de statuten niet zijn aangeboden aan China Creates. In het eerdere kort geding is, voorlopig, geoordeeld dat de kans groot is dat de bodemrechter zal oordelen dat het beroep van China Creates op nakoming van de statutaire aanbiedingsplicht in strijd is met de redelijkheid en billijkheid van artikel 2:8 lid 2 BW. Tegen deze achtergrond, hoewel de vorderingen in de door China Creates gestarte bodemprocedure feitelijk anders zijn geformuleerd, ligt voor de hand dat China Creates in de bodemprocedure van ver moet komen om haar vorderingen te laten slagen. Vanwege het ontbreken van gezag van gewijsde van de beslissing in het eerdere kort geding, voert het echter te ver om in dit kort geding als vaststaand aan te nemen dat China Creates geen vordering op CCR c.s. heeft. Daar komt bij dat een conservatoir beslag er naar zijn aard toe strekt dat voor een vooralsnog niet vaststaande vordering wordt gewaarborgd dat verhaal mogelijk zal zijn (HR 14 juni 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2105). Voorts is van belang dat uit het verhandelde ter zitting en het procesdossier volgt dat de verhoudingen tussen de aandeelhouders ernstig zijn verstoord. Die omstandigheden meewegend heeft CCR c.s. naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de vordering van China Creates summierlijk ondeugdelijk is.
Belangenafweging
4.6.
De beoordeling van wat met betrekking tot de (on)deugdelijkheid van de vorderingen door beide partijen naar voren is gebracht en de vraag of het beslag moet worden opgeheven kan niet geschieden los van de afweging van de wederzijdse belangen. Beoordeeld moet dus worden of het belang van CCR c.s. bij opheffing van het beslag zwaarder weegt dan het belang van China Creates bij handhaving daarvan.
4.7.
China Creates stelt dat zij inmiddels over derdenverklaringen van ING, ABN AMRO en AORC beschikt, maar in het dossier ontbreken beslagstukken. Volgens China Creates hebben de beslagen een bedrag geraakt van in totaal € 510.982,14.
4.8.
Het lag op de weg van CCR c.s. om per partij te onderbouwen in hoeverre die partij belang heeft bij opheffing van het beslag en wat hun specifieke omstandigheden zijn. Dat heeft CCR c.s. naar het oordeel van de voorzieningenrechter nauwelijks gedaan. Dat de beslagen bedragen hebben geraakt, betekent niet zonder meer dat aanleiding bestaat om de beslagen op te heffen zeker niet in de situatie dat, bijvoorbeeld, niet duidelijk is of in het hiervoor genoemde bedrag het door CCR c.s. genoemde bedrag van € 300.000,- aan jaarlijkse huurinkomsten is begrepen of dat dit bedrag daar nog eens bij komt. Dit alles brengt de voorzieningenrechter tot de volgende individuele beoordeling per partij.
DLS
4.9.
China Creates heeft ten laste van DLS conservatoir derdenbeslag doen leggen onder ING en CCR en conservatoir leveringsbeslag gelegd op de aandelen van DLS in CCR. Dat en waarom DLS op dit moment hinder van deze beslagen heeft, is gesteld noch onderbouwd. In dat licht weegt het belang van China Creates bij handhaving van de beslagen zwaarder dan het belang van DLS bij opheffing daarvan.
[eiseres sub 2]
4.10.
China Creates heeft ten laste van [eiseres sub 2] onder meer conservatoir derdenbeslag doen leggen onder CCR, welk beslag de periodieke managementvergoedingen van [eiseres sub 3] zou hebben geraakt. [eiseres sub 3] stelt daarvan hinder te ervaren omdat zij hierdoor inkomsten mist. Alhoewel [eiseres sub 3] niet stelt dat dit haar enige inkomsten zijn en evenmin motiveert in hoeverre zij concreet door het beslag wordt geraakt, heeft China Creates de door [eiseres sub 3] gestelde hinder als gevolg van het beslag niet betwist. China Creates heeft evenmin gesteld dat [eiseres sub 3] geen enkele aanspraak op een beloning kan maken. De voorzieningenrechter ziet daarin aanleiding om het ten laste van [eiseres sub 2] onder CCR gelegde beslag op te heffen.
CCR
4.11.
China Creates heeft ten laste van CCR onder meer conservatoir derdenbeslag doen leggen onder AORC, de huurder van CCR. Het betreft de huur van het pand die
€ 27.000 per maand en op jaarbasis meer dan € 300.000 bedraagt. CCR stelt dat zij hierdoor geen inkomsten meer heeft en zal hebben indien de beslagen niet worden opgeheven. Alhoewel er slechts drie herhalingen zijn toegestaan, heeft China Creates ook op dit punt de gesteld hinder van het beslag niet betwist. De voorzieningenrechter ziet daarin aanleiding om het ten laste van CCR onder AORC gelegde beslag op te heffen.
Bankbeslagen CCR, [eiseres sub 2] en [eiseres sub 3]
4.12.
China Creates heeft ten slotte ten laste van CCR, [eiseres sub 2] en [eiseres sub 3] conservatoir derdenbeslag gelegd onder ABN AMRO en ING. In het licht van de belangen van partijen over en weer ziet de voorzieningenrechter aanleiding om deze beslagen op te heffen voor zover deze drie beslagen gezamenlijk meer hebben geraakt dan € 200.000,-. Hierbij wordt aangesloten bij de begroting van de vordering in het beslagrekest. Daarbij is ten eerste in aanmerking genomen dat niet duidelijk is of in het door de beslagen geraakte bedrag van meer dan € 500.000,- de jaarlijkse huur van ruim € 300.000 van huurder AORC is inbegrepen. Verder is meegewogen dat CCR c.s. nauwelijks stelt en onderbouwt wat ten laste van welke partij is geraakt. Daar staat tegenover dat China Creates (ook) niet stelt dat er (mogelijk) andere schuldeisers en/of beslagleggers zijn met wie zij eventueel een opbrengst moet delen. Dit alles in samenhang bezien, rechtvaardigt de opheffing van de bankbeslagen voor zover deze meer hebben geraakt dan € 200.000,-. Of betekent dat slechts één beslag moet worden opgeheven, of beperkt, kan de voorzieningenrechter wegens een gebrek aan informatie niet overzien. Zij gaat ervan uit dat partijen in staat zijn om hierover praktische afspraken te maken.
Proceskosten
4.13.
Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, worden de proceskosten gecompenseerd.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
heft op het ten laste van [eiseres sub 2] onder China Creates Rotterdam B.V. gelegde conservatoire beslag,
5.2.
heft op het ten laste van China Creates Rotterdam B.V. onder Amazon Oriental Rotterdam Centrum B.V. gelegde conservatoire beslag,
5.3.
heft op het ten laste van China Creates Rotterdam B.V.
,[eiseres sub 2] en [eiseres sub 3] onder ABN AMRO Bank N.V. en ING Bank N.V. gelegde conservatoire beslagen voor zover deze beslagen gezamenlijk meer dan € 200.000,00 hebben getroffen,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken en ondertekend door mr. Th. Veling op 25 september 2023.
[3070/2009]