Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 juli 2023;
- de 36 producties van Van Deudekom;
- de conclusie van eis in reconventie;
- de 28 producties van Van Boven;
- de mondelinge behandeling op 8 september 2023;
- de pleitnota van Van Deudekom;
- de pleitnota van Van Boven.
2.De feiten
Vooalsnog met uitzondering van de koepelafmetingen (daglichtmaten) 40x40, 40x70, 50x50, 50x75, 50x100, 75x75, 75 x 100, 75 x 125 en 100x100 cm zal VB haar behoefte aan lichtkoepels en toebehoren onderbrengen bij DPI, dit vanaf het moment dat VB haar hier niet vermelde koepelafmetingen niet meer in voorraad heeft.
- dat zij onbekend is met de overgelegde overeenkomst en daardoor is overvallen;
- dat zij het er niet mee eens is dat het een exclusiviteitsovereenkomst betreft;
- dat zij de afgelopen periode al meerdere keren heeft geklaagd over de wijze van toelevering en de beantwoording van vragen door Van Deudekom;
- dat zij zich, voor zover er sprake is van een bindende overeenkomst, vanwege voormelde omstandigheden niet gehouden acht nog producten bij Van Deudekom af te nemen en voor zover nodig de overeenkomst per direct ontbindt;
- dat zij, mocht er geen grondslag zijn voor een ontbinding, 17 maart 2023 als opzegdatum hanteert en de overeenkomst opzegt tegen 17 november 2023;
- dat zij coulancehalve bij Van Deudekom zal blijven bestellen tot 1 januari 2024;
- dat zij betwist aansprakelijk te zijn voor enige schade.
- dat de overeenkomst niet rechtsgeldig is ontbonden;
- dat er op 17 maart 2023 geen opzegging van de overeenkomst heeft plaatsgevonden en dat de opzegging bij brief van 19 juni 2023 niet geldig is, omdat daarbij niet de opzeggingstermijn van zes maanden is gehanteerd;
- dat er sprake is van een ernstige contractschending doordat Van Boven producten bij derden heeft besteld en Van Deudekom beconcurreert met gebruikmaking van de materialen die door Van Deudekom ter beschikking zijn gesteld;
- dat Van Boven zich dient te houden aan de overeenkomst en de door Van Deudekom geleden schade over het eerste half jaar van 2023 dient te vergoeden.
3.Het geschil in conventie
primairte veroordelen om de inkoop van kunststof lichtkoepels bij Van Deudekom binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis te hervatten en voort te zetten op gelijke wijze en op gelijke condities die laatstelijk golden onder de overeenkomst van 17 november 2003, een en ander totdat de bodemrechter zal hebben geoordeeld over de rechtsgeldigheid en redelijkheid van de beëindiging van deze overeenkomst en de door Van Boven daarbij in acht te nemen redelijke opzegtermijn en overige voorwaarden, althans Van Boven te verbieden om de inkoop van kunststof lichtkoepels van een andere leverancier dan Van Deudekom te betrekken, een en ander op straffe van een dwangsom van € 50.000,00 voor iedere overtreding daarvan, althans
subsidiaireen door de voorzieningenrechter in redelijkheid te bepalen voorziening te treffen;
primairte gebieden de exclusiviteit van Van Deudekom te respecteren en haar te gebieden zich te onthouden van het benaderen van klanten, potentiële klanten en relaties van Van Deudekom, een en ander op het terrein van de kunststof lichtkoepels, een en ander zolang de bodemrechter niet zal hebben geoordeeld over de rechtsgeldigheid en redelijkheid van de beëindiging van de samenwerkings-overeenkomst tussen partijen en de door Van Boven in acht te nemen opzegtermijn, een en ander op straffe van een dwangsom van € 50.000,00 voor iedere overtreding daarvan, althans
subsidiaireen door de voorzieningenrechter in redelijkheid te bepalen voorziening te treffen;
primairte gebieden binnen 7 dagen na het te wijzen vonnis aan Van Deudekom te verstrekken:
subsidiaireen door de voorzieningenrechter in redelijkheid te bepalen voorziening te treffen;
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
Vorderingen a. en b.
€ 1.079,00