ECLI:NL:RBROT:2023:8855

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 april 2023
Publicatiedatum
21 september 2023
Zaaknummer
10309642 HA VERZ 23-9
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging ontslag op staande voet wegens uitklokgedrag tijdens cursusmiddagen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker01] en Promelca B.V. Het geschil betreft de vernietiging van een ontslag op staande voet dat door Promelca was gegeven aan [verzoeker01] wegens vermeende fraude met kloktijden tijdens cursusmiddagen. De werknemer, [verzoeker01], had sinds 30 april 2020 voor Promelca gewerkt en was per 1 juli 2021 in dienst getreden. Op 23 november 2022 werd hij geschorst en op 25 november 2022 ontslagen op staande voet, omdat hij het terrein had verlaten zonder uit te klokken tijdens cursusdagen. De werkgever stelde dat dit een dringende reden voor ontslag vormde, maar de kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een dringende reden. De rechter overwoog dat het uitklokgedrag van [verzoeker01] niet vergelijkbaar was met eerdere jurisprudentie waarin sprake was van frequent en bewust verkeerd klokgedrag. De kantonrechter concludeerde dat Promelca onterecht de zwaarste maatregel had toegepast zonder eerst een waarschuwing te geven. De rechter heeft het ontslag op staande voet vernietigd, de arbeidsovereenkomst voortgezet en Promelca veroordeeld tot doorbetaling van het salaris en wedertewerkstelling van [verzoeker01].

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zaaknummer: 10309642 HA VERZ 23-9
Uitspraak: 18 april 2023
Beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
[verzoeker01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
verzoeker,
gemachtigde: mr. M.C.G.M. van den Heuvel,
tegen
Promelca B.V.,
vestigingsplaats: Gorinchem,
verweerster,
gemachtigde: mr. M.J.G.M. Lamers.
De partijen worden ‘ [verzoeker01] ’ en ‘Promelca’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, binnengekomen bij de griffie op 2 februari 2023, met bijlagen;
  • het verweerschrift, tevens houdende een tegenverzoek, met bijlagen;
  • de brief van mr. Lamers van 23 maart 2023, met bijlagen;
  • de brief van mr. Van den Heuvel van 26 maart 2023, met bijlagen.
1.2.
Er heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden op 28 maart 2023. [verzoeker01] is verschenen met zijn gemachtigde, namens Promelca zijn verschenen mevrouw
[naam01] en mevrouw [naam02] en de gemachtigde.

2.De feiten

2.1.
Promelca is onderdeel van het Vreugdenhil -concern.
[verzoeker01] , geboren [geboortedatum01] 1997, heeft vanaf 30 april 2020 via een uitzendbureau voor Promelca gewerkt. Op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van 3 juni 2021 is hij per 1 juli 2021 in dienst bij Promelca als operator. Per 1 november 2021 heeft hij promotie gekregen naar de functie van operator afdeling processing GOR1, met laatstelijk een loon van € 2.649,31 bruto per maand exclusief een ploegentoeslag van € 760,35 bruto, vakantietoeslag en andere emolumenten.
2.2.
[verzoeker01] volgt vanaf 7 juli 2021 een opleiding tot operator A/B. Deze opleiding duurt 2,5 jaar en wordt op woensdagmiddagen van 12.00 tot 17.00 uur in het pand van Promelca gegeven.
2.3.
Promelca heeft op 23 november 2022 een gesprek met [verzoeker01] gevoerd in verband met verdenkingen van fraude met kloktijden. Vervolgens heeft Promelca [verzoeker01] per brief van gelijke datum met onmiddellijke ingang geschorst.
2.4.
Promelca heeft [verzoeker01] op 25 november 2022 opnieuw gesproken en hem vervolgens per brief van diezelfde datum (voorwaardelijk) op staande voet ontslagen. De brief luidt - voor zover relevant -:
“Op 23 november 2022 hebben wij ( [naam03] , Manager Production GOR-1 en [naam04] , HR Adviseur) met u een hoor-wederhoor gesprek gevoerd en de vraag aan u gesteld of u een verklaring had ten aanzien van de geconstateerde fraude inzake uw kloktijden op lesdagen van de opleiding Operator B.
U heeft hierbij aangegeven dat u wellicht een of twee keer, als de les eerder was afgelopen, zonder uit te klokken, naar de bakker bent geweest of buiten de poort bent gaan roken en dat u daarna teruggekeerd bent om uit te klokken. Vervolgens hebben wij u na dit gesprek geschorst (en dit die dag schriftelijk aan u bevestigd), om verder intern onderzoek te doen naar aanleiding van uw verklaring.
Op 25 november 2022 hebben wij ( [naam03] , Manager Production GOR-1 en [naam04] , HR Adviseur) na anderhalve dag schorsing wederom een gesprek met u gehad waarin u aangeeft bij uw eerdere standpunt te blijven. U geeft aan wederom maar een of twee keer buiten de poort te zijn geweest, waarbij u dit keer aangeeft niet bij de bakker te zijn geweest, zoals in het gesprek van 23 november 2022, maar bij het tankstation.
U vindt het heftig om te horen dat dit als fraude wordt bestempeld. U geeft aan dat u zich niet gerealiseerd heeft dat het terrein verlaten zonder uit te klokken en hier speciaal rond 17.00 uur voor terug te komen wordt gezien als fraude. U geeft ook aan dat hier hooguit een uur tussen heeft gezeten. Tevens benoemt u dat de lessen zijn van 12.00 tot 17.00 uur dus naar uw mening heeft u recht op een doorbetaling van deze uren ook al is de les eerder afgelopen. Dergelijke afspraken zijn niet met u gemaakt en ook niet tussen u en uw leidinggevende. U handelt hier volledig op eigen initiatief.
Tijdens het gesprek hebben wij benoemd dat de kloktijden in het urenregistratiesysteem Protime van de afgelopen maanden zijn bekeken en gecontroleerd op afwijkende eindtijden van de les. Hierin zijn bij u afwijkende tijden ten opzichte van de rest van de klas geconstateerd. Het gaat hier soms om een afwijking van een uur echter vaker ook voor een langere duur. Op basis daarvan zijn er, conform het cameraprotocol dat Vreugdenhil hanteert, camerabeelden bekeken van meerdere weken op rij. Zo zien wij op de beelden van woensdag 2 november 2022 dat u om 15.47 de hoofdpoort verlaat en u niet heeft uitgeklokt. Uw auto staat buiten de poort geparkeerd en u vertrekt met uw auto. Vervolgens komt u om 17:01 terug en parkeert wederom buiten de poort uw auto. Via de hoofdpoort komt u
binnen als voetganger, waarna u door het magazijn (zonder werkkleding en veiligheidshesje) doorloopt naar de klok bij de kantine. U houdt hier eerst met uw rechterhand uw batch tegen de klok. Daarna pakt u uit uw andere jaszak nog een batch en houdt u deze ook tegen de klok. Wij zien hier duidelijk dat u twee batches gebruikt. U begaat de eerste overtreding van het veiligheidsprotocol door niet uit te klokken bij het verlaten van het terrein en daarna gaat u zonder de benodigde PBM's door het magazijn naar de klok, een looproute waar u zonder PBM's niet mag lopen. Wij hebben u gevraagd om een verklaring in deze. U geeft aan dat u geen idee heeft hoe dit kan en hoe u aan twee
batches komt en dat 2 november 2022 voor u al te lang geleden om zich dit te kunnen herinneren. Dit bevreemdt ons, dagelijks maakt u maar gebruik van een batch dus dan valt het des te meer op als u er ineens twee in uw bezit heeft.
U geeft aan geen idee te hebben hoe dit komt.
Tevens zijn er beelden van andere lesdagen bijvoorbeeld op woensdag 16 november 2022. U vertrekt hier rond 15 uur via de hoofdpoort, ook dit maal zonder uit te klokken en u komt om 16:45 uur terug en parkeert buiten de poort. Wederom loopt u via het magazijn het gebouw binnen en klokt u bij de kantine om 17:00 uit met uw batch. Ook hier geeft u aan zich niet bewust te zijn van deze actie.
Vanuit Vreugdenhil kunnen wij niet anders dan concluderen dat u fraudeert met uw kloktijden op lesdagen, welke wij aanmerken als zeer ernstig verwijtbaar handelen. Tevens is door het uitblijven van een verklaring voor uw afwezigheid, tijdens het gesprek van woensdag 23 november 2022 en van vrijdag 25 november 2022 voor Vreugdenhil het vertrouwen in de samenwerking volledig weg door het niet transparant zijn vanuit uw kant over uw afwezigheid op lesdagen, na het vroegtijdig verlaten van het terrein, zonder uit te klokken.
Uit het voorafgaande vloeit voort dat Vreugdenhil van mening is dat er sprake is van een dringende reden op grond waarvan ontslag op staande voet gerechtvaardigd is, Tevens hebben wij besloten om uw opleiding tot Operator B, welke u volgt middels de interne Technicom klas bij Vreugdenhil , per direct stop te zetten. Bij het besluit om over te gaan tot (voorwaardelijk) ontslag op staande voet heeft Vreugdenhil eveneens rekening gehouden met de duur van het dienstverband, uw leeftijd, alsmede uw persoonlijke omstandigheden.
[…]”
2.5
Promelca geeft in dezelfde brief aan het ontslag voorwaardelijk te hebben gegeven omdat zij [verzoeker01] een vaststellingsovereenkomst aanbiedt. [verzoeker01] krijgt tot en met 29 november 2022 de tijd om deze te accepteren. In het geval [verzoeker01] daartoe niet overgaat, gaat het ontslag op staande voet in op 30 november 2022. Promelca geeft in de brief ook aan dat [verzoeker01] gehouden is de studieschuld aan Promelca terug te betalen. Een deel daarvan heeft zij verrekend met het salaris van november 2022.
2.6.
[verzoeker01] heeft zich op 25 november 2022 ziek gemeld.
2.7.
Promelca heeft op 28 november 2022 een gesprek met [verzoeker01] gevoerd, in het bijzijn van zijn oom en een collega, dhr. [naam05] , die wegens dezelfde soort verdenkingen eveneens op 25 november 2022 op staande voet is ontslagen. Promelca heeft op dezelfde dag een brief naar [verzoeker01] verstuurd, waarin – onder meer – het volgende is opgenomen:
“U heeft aangegeven dat u zich niet bewust bent dat u fraude heeft gepleegd en dat dit u erg dwars zit. Uw lesuren zijn op woensdag van 12:00 uur tot 17:00 uur en u denkt dat u daar recht op heeft. U geeft aan altijd fysiek aanwezig te zijn in de les. U gaat wel eens buiten roken, maar keert altijd weer terug om uit te klokken. Indien de les eerder afgelopen is, gaat u bijvoorbeeld naar het tankstation om daar wat te eten of te drinken en daar met uw laptop, een rustig plekje op te zoeken en aan uw studie verder te werken en de lesstof door te nemen, tot 17:00 uur, om daarna terug te keren naar Vreugdenhil om uit te klokken. U geeft aan dat de procedure voor het volgen van de lessen bij u niet bekend is en dat u 220 lesuren voor uw studie dient te maken, vandaar dat u bij het tankstation gaat leren om op die manier al uw studieuren vol te maken en pas om 17:00 uur terugkeert om uit te klokken. Verder geeft u aan dat u ook weleens tot 19.00 uur blijft op een lesdag en dan om 17.00 uur al uitklokt, omdat dat uw studieuren zijn. Hoe het kan dat de overige zes deelnemers van de opleiding een andere procedure volgen ten aanzien van kloktijden en lesuren, namelijk het direct uitklokken bij het verlaten van het terrein (zoals gewenst is volgens het Veiligheidsprotocol) indien de les eerder afgelopen is, heeft u geen verklaring voor.
Op de dag dat u met de badge van dhr. [naam05] heeft geklokt, op woensdag 2 november 2022 jl. geeft u aan dat zijn auto kapot was en hij daarom niet zelf uit kon klokken bij Vreugdenhil rond 17:00 uur. Dhr. [naam05] heeft u toestemming gegeven om met zijn badge uit te klokken en u was zich van geen kwaad bewust.
U geeft aan niet te weten wat u fout heeft gedaan, u ging alleen even wat eten halen, pauze houden of roken toen u eerder wegging en u geeft aan dat u dichtklapte bij de voorgaande twee gesprekken, vandaar dat u in dit derde gesprek meer toelichting wilde geven over uw kant van het verhaal. U heeft aangegeven niet akkoord te gaan met de vaststellingsovereenkomst en ook niet akkoord te gaan met het ontslag op staande voet. Wij hebben u nogmaals geadviseerd om uw tijd te nemen tot dinsdag
29 november aanstaande en om het gesprek te laten bezinken.
Vanuit Vreugdenhil kunnen wij wederom niet anders dan concluderen dat u fraudeert met uw kloktijden op lesdagen, welke wij aanmerken als zeer ernstig verwijtbaar handelen. Uw verklaringen voor uw afwezigheid, tijdens het gesprek van woensdag 23 november 2022, vrijdag 25 november 2022 en maandag 28 november 2022 wijken per gesprek zo ver uiteen dat voor Vreugdenhil het vertrouwen in de samenwerking volledig weg is, door het niet transparant zijn vanuit uw kant over uw afwezigheid op lesdagen, na het vroegtijdig verlaten van het terrein, zonder uit te klokken.”
2.8.
Promelca heeft per brief van 30 november 2022 bevestigd dat het ontslag op staande voet die dag ingaat.

3.Het geschil

3.1.
[verzoeker01] verzoekt – verkort weergegeven –:
- bij voorlopige voorziening voor de duur van het geding doorbetaling van het salaris vanaf
30 november 2022 tot de datum van het rechtsgeldig einde van de arbeidsovereenkomst en
wedertewerkstelling op straffe van een dwangsom;
-
primairvernietiging van het ontslag op staande voet en wedertewerkstelling op straffe van
een dwangsom en veroordeling van Promelca tot betaling van het achterstallige salaris ad
€ 2.649,31 per maand, te vermeerderen met emolumenten en toeslagen vanaf 30 november
2022, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente;
subsidiairveroordeling van Promelca tot betaling aan [verzoeker01] van een vergoeding
vanwege de onregelmatige opzegging van € 4.071,82 bruto, de transitievergoeding van
€ 3.300,51 bruto en een billijke vergoeding van € 25.947,50 bruto, alles te vermeerderen
met de wettelijke rente;
meer subsidiairveroordeling van Promelca tot betaling aan [verzoeker01] van genoemde
transitievergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente;
- veroordeling van Promelca tot terugbetaling van € 1.123,79 netto aan onterecht ingehouden
studiekosten, vermeerderd met de wettelijke rente, onder afgifte van een gecorrigeerde
loonstrook over november 2022;
- veroordeling van Promelca in de volledige advocaatkosten ad € 4.140,- en in de
proceskosten.
3.2.
[verzoeker01] baseert zijn verzoeken – samengevat weergegeven – op het volgende. Het ontslag op staande voet is nietig nu er geen sprake is van een dringende reden. [verzoeker01] heeft inderdaad enige keren op cursusdagen het terrein van Promelca verlaten als de cursus eerder dan de voorgeschreven eindtijd van 17.00 uur was afgelopen en kwam dan later terug om uit te klokken. Het was hem echter niet bekend dat dit wordt gezien als fraude. Voor de cursus moeten 220 lesuren worden gemaakt, een cursusdag duurt officieel van 12.00 tot 17.00 uur, dus klokte [verzoeker01] steeds uit om 17.00 uur zodat in het systeem zou staan dat hij die cursusuren had gemaakt. Dit uitklokken deed hij via de zij-ingang, omdat deze het dichtst bij de parkeerplaats is. Bovendien besteedde hij de tussenliggende tijd buiten de poort aan zijn opleiding, aldus [verzoeker01] . Hij heeft ten onrechte niet eerst een waarschuwing gekregen.
3.3.
Promelca verzoekt bij tegenverzoek, voor zover in rechte wordt vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst nog bestaat, ontbinding daarvan tegen een zo kort mogelijke termijn zonder toekenning van vergoedingen en met veroordeling van [verzoeker01] in de proceskosten, met rente.
3.4.
Promelca baseert haar verzoeken – samengevat weergegeven – op het volgende. Primair is er sprake van verwijtbaar handelen van [verzoeker01] (artikel 7:669 lid 3 sub e BW), subsidiair van een verstoorde arbeidsverhouding (artikel 7:669 lid 3 sub g BW), zodanig dat van Promelca niet kan worden verlangd dat de arbeidsovereenkomst voortduurt.
[verzoeker01] heeft, samen met een collega, geregeld tijdens de cursusmiddag zonder uit te klokken het terrein verlaten als de docent de cursusmiddag voor 17.00 uur had beëindigd, en kwam dan om 17.00 uur terug om uit te klokken. Dit is fraudeleus handelen. Het in- en uitklokken dient zorgvuldig te gebeuren, omdat de salarisbetaling en de vergoeding van reiskosten en overuren gebaseerd worden op dit systeem en omdat Promelca tijdens een incident dient te weten wie zich op het bedrijfsterrein bevindt. Het frauderen met de kloktijden vormt de dringende reden voor het ontslag van [verzoeker01] . [verzoeker01] heeft tot drie keer toe een andere verklaring gegeven over de gebeurtenissen, wat Promelca sterkt in haar overtuiging dat er sprake is van frauduleus handelen en waardoor het vertrouwen in [verzoeker01] weg is. Omdat [verzoeker01] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, kan hij geen aanspraak maken op vergoedingen.
3.5.
Partijen betwisten over en weer elkaars verzoeken. In de beoordeling wordt daarop waar nodig ingegaan.

4.De beoordeling

Rechtsgeldigheid van het ontslag op staande voet
4.1.
Op grond van artikel 7:677 lid 1 BW is ieder van de partijen bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij.
Dringende reden?
4.2.
Vraag is of er sprake is van een dringende reden. Volgens artikel 7:678 lid 1 BW worden voor de werkgever als dringende redenen beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van een dringende reden die een beëindiging van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt, dienen alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking te worden genomen.
4.3.
De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van een dringende reden en overweegt daartoe als volgt. Het verwijt van fraude betreft uitklokgedrag op cursusmiddagen, wanneer de docent eerder dan de formele eindtijd van 17.00 uur de les had beëindigd. Hierin wijkt het verwijt af van de jurisprudentie waarnaar Promelca verwijst en waarin het gaat om frequent bewust verkeerd klokgedrag op reguliere werkdagen en het liegen daarover na confrontatie ermee. Een cursusdag kent namelijk een andere, mede door de docent bepaalde, dynamiek, met bijvoorbeeld ook andere (rook)pauzes en vrijheden, waarbij in deze zaak nog bijzonder is dat de docent het voorgeschreven aantal uren kennelijk niet altijd vol maakt. [verzoeker01] heeft aangevoerd dat productiewerknemers regelmatig buiten het terrein roken -en dit ook op cursusdagen in het bijzijn van de docent-, wandelen, iets kopen, pauze houden, zonder uit te klokken. Promelca heeft dit onvoldoende betwist, hetgeen afbreuk doet aan het door haar gestelde precieze klokgedrag van haar werknemers om veiligheidsredenen.
Afgezien van de vraag of [verzoeker01] wist of zonder meer had moeten begrijpen dat hij de resterende voor de cursus gereserveerde tijd niet buiten het terrein, al dan niet studerend, mocht doorbrengen om daarna om 17.00 uur uit te klokken, vormt dergelijk ongewenst klokgedrag in deze specifieke situatie niet een dringende reden voor ontslag op staande voet. Promelca heeft onnodig direct naar de zwaarste maatregel gegrepen. Zij had kunnen volstaan met een minder vergaande maatregel, bijvoorbeeld een (laatste) waarschuwing dat dit gedrag niet de bedoeling was en bij herhaling aangemerkt zou worden als fraude.
Voor zover Promelca de door haar benadrukte inconsistentie in de verklaringen van [verzoeker01] aanmerkt als onderdeel van de dringende reden, maakt dat het oordeel niet anders. [verzoeker01] heeft van begin af aan tijdens de gesprekken, op 23, 25 en 28 november 2022, toegegeven wat hem werd verweten, dat hij het terrein na vroegtijdige afloop van de cursus zonder uit te klokken had verlaten en daarna om 17.00 uur terug kwam om uit te klokken. Daarbij zei hij steeds niet te hebben geweten dat dit als fraude werd gezien. Zijn wisselende verklaringen betreffen de besteding van die tussenliggende tijd, namelijk roken, naar de bakker of het tankstation, al dan niet om te studeren met of zonder laptop, en het tijdsbestek van korter of langer dan een uur. Deze aanpassingen in zijn verklaringen zijn naar het oordeel van de kantonrechter niet zo relevant, maken immers de erkenning van het verwijt, het niet-uitgeklokt afwezig zijn, niet anders. Bovendien kunnen ze zijn ingegeven door de zware beschuldiging van fraude waarmee [verzoeker01] direct werd geconfronteerd, zoals hij heeft aangevoerd.
[verzoeker01] kreeg na ruim een jaar gewerkt te hebben als uitzendkracht een contract voor onbepaalde tijd, maakte promotie en heeft de 2,5 jaar durende opleiding tot operator A/B bijna succesvol afgerond, door deze kwestie op 4 maanden na. Als productie 7 heeft Promelca een overzicht overgelegd over de aanwezigheid van de cursisten. Hieruit valt op dat bij 4 van de 5 overige cursisten frequent “ziek, vrij, niet aanwezig, vakantie” staat vermeld op de cursusdagen, anders dan bij gedaagde (en zijn mede ontslagen collega). [verzoeker01] was, naar hij stelt, extra gemotiveerd deze opleiding af te ronden omdat hij nog geen diploma’s heeft en hij zich verbonden voelt met de fabriek van Promelca, waar zijn vader ruim 25 jaar werkt. Kennelijk heeft [verzoeker01] , afgezien van deze kwestie, naar tevredenheid gefunctioneerd en niets wijst verder op een ongemotiveerde werknemer die de kantjes er van afloopt. Ook gezien deze omstandigheden had Promelca een minder vergaande sanctie moeten toepassen, zoals een waarschuwing, alvorens tot ontslag op staande voet vanwege fraude over te kunnen gaan.
4.4.
Nu er geen sprake is van een dringende reden, zal de gevorderde vernietiging van het ontslag op staande voet worden toegewezen. Dat betekent dat de arbeidsovereenkomst voortduurt en dat Promelca gehouden is tot doorbetaling van loon en (na herstelmelding) tot wedertewerkstelling van [verzoeker01] in zijn werkzaamheden. De gevorderde veroordeling van Promelca tot betaling van het achterstallige salaris met emolumenten en toeslagen vanaf 30 november 2022 wordt dan ook toegewezen, evenals de gevorderde wettelijke rente. De kantonrechter ziet aanleiding de gevorderde wettelijke verhoging te matigen tot 10 % omdat Promelca niet uit nalatigheid of slordigheid geen salaris heeft betaald, maar omdat zij meende (en dit ofschoon onjuist wel pleitbaar was) dat de arbeidsovereenkomst was geëindigd. De kantonrechter matigt niet tot nihil omdat Promelca deze afweging toch voor eigen risico maakte.
4.5.
[verzoeker01] onderbouwt niet waarom de verzochte wedertewerkstelling op straffe van een dwangsom moet worden toegewezen, terwijl niets wijst op de noodzaak daartoe. Deze dwangsom zal dan ook worden afgewezen.
Voorlopige voorziening
4.6.
Nu in deze beschikking al een finale beslissing wordt gegeven over het verzoek van [verzoeker01] is er geen reden om, met toepassing van artikel 223 Rv, een voorlopige voorziening voor de loondoorbetaling en wedertewerkstelling te treffen. Een voorlopige voorziening op grond van dat artikel kan immers alleen worden getroffen voor de duur van het geding en het geding eindigt reeds met deze beschikking.
(voorwaardelijke) Ontbinding (tegenverzoek van Promelca)
4.7.
Uit artikel 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer in een andere passende functie binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. In artikel 7:669 lid 3 BW is nader omschreven wat onder een redelijke grond moet worden verstaan.
4.8.
Promelca voert aan dat de redelijke grond voor ontbinding primair is gelegen in verwijtbaar handelen van [verzoeker01] en subsidiair in een verstoorde arbeidsverhouding zodanig dat van Promelca als werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Promelca voert hiervoor dezelfde feiten en omstandigheden aan als zij aan het ontslag op staande voet ten grondslag heeft gelegd. De kantonrechter oordeelt dat het gewraakte klokgedrag en de op ondergeschikte punten wisselende verklaringen hierover onvoldoende grond opleveren de arbeidsovereenkomst te ontbinden, onder verwijzing naar haar overwegingen hiervoor onder 4.3.
4.9.
De verhouding tussen partijen is op dit moment verstoord, zoals Promelca stelt. Dit rekent de kantonrechter beide partijen aan. [verzoeker01] had zich voorkomender moeten gedragen, zich van de regels op de hoogte moeten stellen en deze zorgvuldig moeten naleven. Promelca had niet meteen van fraude hoeven spreken met aanzegging van schorsing en vervolgens ontslag op staande voet. Hiermee heeft zij de kwestie onnodig zwaar aangezet en op de spits gedreven. [verzoeker01] had desondanks volledig open kaart moeten spelen over de gehele situatie. Inmiddels heeft hij zich ziek gemeld, maar op zitting verklaarde hij liefst weer aan het werk te gaan als voorheen. Nu hij voorheen naar tevredenheid heeft gefunctioneerd, het verweten gedrag een niet-reguliere situatie betreft en de regels met betrekking tot kloktijden -en naar de kantonrechter aanneemt ook voor het overige- [verzoeker01] inmiddels duidelijk zijn, moet het mogelijk zijn voor partijen elkaar weer te vinden. Voor nu blijkt de kantonrechter nog niet dat de arbeidsverhouding duurzaam verstoord is. Dit betekent dat [verzoeker01] , als een van de ruim 300 werknemers in deze fabriek, zijn werk moet kunnen hervatten.
Conclusie is dat de naar voren gebrachte feiten en omstandigheden geen redelijke grond voor ontbinding opleveren, dat de verzoeken van Promelca worden afgewezen en dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden ontbonden.
Studiekosten/loonstrook
4.10.
Promelca stelt zich niet langer op het standpunt dat zij op het salaris over november 2022 studiekosten mocht inhouden, zodat het door [verzoeker01] gevorderde bedrag van
€ 1.123,79 netto zal worden toegewezen, evenals de verzochte rente, en het afgeven van een gecorrigeerde loonstrook over de maand november 2022.
Proceskosten
4.11.
De door [verzoeker01] gevorderde werkelijke procedurekosten van € 4.140,- worden afgewezen. Voor afzonderlijke toewijzing hiervan, anders dan de gebruikelijke proceskosten, is onvoldoende gesteld en geen grondslag gebleken. Promelca krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [verzoeker01] tot vandaag vast op € 693,- aan griffierecht en € 793,- aan salaris voor de gemachtigde. Dit is totaal € 1.486,-. Voor kosten die [verzoeker01] maakt na deze uitspraak moet Promelca een bedrag betalen van € 124,- (maximumtarief). Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
vernietigt het door Promelca op 25 november 2022 gegeven ontslag op staande voet;
5.2.
veroordeelt Promelca [verzoeker01] binnen 24 uur na betekening van de beschikking toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd;
5.3.
veroordeelt Promelca tot betaling van het salaris van [verzoeker01] van € 2.649,31 bruto per maand, te vermeerderen met de vakantiebijslag, eindejaarsuitkering en overige emolumenten, vanaf 30 november 2022 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 10% vanaf de dag van opeisbaarheid van iedere termijn, alles te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum opeisbaarheid tot voldoening;
5.4.
veroordeelt Promelca om aan [verzoeker01] te voldoen € 1.123,79 netto aan ingehouden studiekosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 november 2022 tot aan de dag der voldoening, onder afgifte van een gecorrigeerde loonstrook over de maand november 2022;
5.5.
veroordeelt Promelca in de proceskosten, aan de kant van [verzoeker01] tot vandaag vastgesteld op € 1.486,-;
5.6.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst af al het andere door [verzoeker01] verzochte;
5.8.
wijst af het voorwaardelijke tegenverzoek van Promelca.
Deze beschikking is gewezen door mr. W.P.M. Jurgens en in het openbaar uitgesproken.
745