Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 december 2022, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de oproepingsbrief van deze rechtbank van 17 maart 2023;
- de brief van deze rechtbank van 27 juli 2023 met een zittingsagenda;
- de brief van mr. Abbo van 21 augustus 2023, met producties;
- de brief van mr. Verhoeven van 23 augustus 2023, met producties;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 4 september 2023;
- de spreekaantekeningen van mr. Verhoeven.
2.De feiten
Creditnota's / herhaalde sommatie
3.Het geschil
- Op 30 augustus 2022 heeft abcfinance een vordering van € 58.800,95 aan S4M gepresenteerd. De vordering is nadien niet verder opgelopen. De vordering van abcfinance kan dus maximaal € 58.800,95 bedragen. Het verschil tussen het bedrag van € 58.800,95 en het gevorderde bedrag van € 92.000,23 ziet op facturen die S4M en Versluis met elkaar hebben verrekend.
- Abcfinance heeft geen rekening gehouden met drie creditfacturen van in totaal € 7.671,40 en met twee door S4M al betaalde bedragen: een bedrag van € 1.996,50 en (na dagvaarding) een bedrag van € 10.907,50. Die bedragen moeten op de vordering in mindering worden gebracht.
- S4M heeft een vordering van € 74.873,33 op Versluis. Die vordering moet worden verrekend met de vordering van abcfinance.
4.De beoordeling
Omvang van de door abcfinance gevorderde hoofdsom
nade datum van de laatste factuur waarvan S4M in deze procedure betaling vordert. Abcfinance vordert in deze procedure echter een bedrag van € 92.000,23 in hoofdsom; dat is € 33.199,28 [1] meer dan het aanvankelijk gepresenteerde bedrag van € 58.800,95. Tussen partijen staat niet ter discussie dat het ‘gat’ tussen de twee bedragen ziet op facturen die S4M in eerste instantie had ‘afgeletterd’ (lees: afgeboekt), maar later weer heeft opengezet.
welmet die verrekeningsafspraken verband hield.
nietvan toepassing waren, maar ter zitting is S4M daarvan teruggekomen en heeft zij bij monde van haar bestuurder verklaard dat zij ervan uitging dat die voorwaarden
welvan toepassing waren. S4M heeft ter zitting voorts erkend dat zij haar eigen (vrijwel gelijkluidende) algemene voorwaarden op dezelfde wijze van toepassing verklaarde, namelijk met een verwijzing op haar facturen. Die achtte zij daarmee (ook) van toepassing op de overeenkomsten die zij met Versluis sloot (waarbij Versluis personeel inhuurde van S4M). Omdat artikel 9 lid 3 van de algemene voorwaarden van Versluis bepaalt dat S4M niet gerechtigd is om te verrekenen, slaagt het verrekeningsverweer van S4M niet.
geenverrekeningsverbod zou gelden, was het maken van afspraken over het verrekenen van vorderingen niet nodig; S4M had dan zelfstandig – en dus zonder overleg met Versluis – tot verrekening kunnen overgaan.
3.760,00(2 punten × tarief € 1.880,00)