Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de oorspronkelijke dagvaarding van 25 oktober 2021 met producties 1 tot en met 13
- het verstekvonnis van deze rechtbank van 5 januari 2022
- de verzetdagvaarding van 10 februari 2022 met producties 1 tot en met 9
- de oproepingsbrief voor de mondelinge behandeling van 10 maart 2022
- de spreekaantekeningen van de advocaat van SMD
- de aantekeningen mondelinge behandeling van de advocaat van HDI
- het proces-verbaal van de op 20 mei 2022 gehouden mondelinge behandeling
- de akte houdende aanvullende producties, met producties 14 tot en met 19, van SMD
- de akte, tevens houdende wijziging van de oorspronkelijke eis van SMD, met producties 20 tot en met 25
2..De zaak in het kort
3..De feiten
Special guarantee provisions) van de algemene voorwaarden luidt:
Liability) van de algemene voorwaarden luidt – voor zover relevant – als volgt:
fatigue related to high levels of torsional vibrations” en merkt op: “
There are no indications of pre-existing defects in material or manufacturing of the shaft”.
5..Het verweer in verzet
6..De beoordeling
“onder enige andere verzekeringsovereenkomst”in die bepaling duidelijk en niet voor meerdere uitleg vatbaar. HDI verlangt daarom van SMD dat zij haar informeert of de schade aan de “Kauris” is gedekt onder enige andere verzekering.
“no relevant insurance was in place of the date of 5 July 2020”.
critical parts” van vaartuigen. Onder “
critical parts” wordt blijkens de tekst van de polis verstaan: casco, roer en roerinrichting, radar, navigatieapparatuur en andere zaken die direct de veiligheid of het veilige gebruik van vaartuigen beïnvloeden. Daarmee heeft SMD in voldoende mate onderbouwd dat de onderhavige schade niet was gedekt onder haar bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. Ook heeft zij aangetoond dat de schade niet was gedekt onder een verzekeringsovereenkomst van Persico.
performance”. HDI moet daarom volgens haar dekking verlenen.
‘verzekerde som’als
‘condities’. Daaruit volgt dat indien er op grond van de algemene voorwaarden van SMD geen basis is voor aansprakelijkheid van SMD jegens Persico, er geen dekking is voor het incident onder de werfaansprakelijkheidsverzekering. Dit ligt ook in de rede. Immers zal een verzekeraar bij een (werf)aansprakelijkheidsverzekering haar verzekerde alleen dekking bieden indien die verzekerde ook daadwerkelijk aansprakelijk is voor schade.
performance” dat ziet op “
the providing of Services and/or providing of Drawings and Designs and /or the production and/or amendment and/or supply of Goods by the Supplier to the Customer as determined in the Agreement.”Dat de “
performance” van SMD onvoldoende is geweest moet worden afgeleid uit het feit dat al op de tiende dag na oplevering de aandrijflijn brak en de schroef zonk. Weliswaar hebben de twee experts, CNZ en EMHA, niet de exacte oorzaak hiervoor kunnen vaststellen, maar uit hun expertiserapporten volgt dat er sprake was van
fatigue(de rechtbank vertaalt dit als materiaalmoeheid) als gevolg van “
high levels of torsional vibrations”. Uit niets is gebleken dat daarvoor een externe oorzaak is geweest. HDI heeft dat ook niet gesteld. De metaalmoeheid komt dan ook voor rekening en risico van SMD.
performance” van SMD binnen zes maanden na oplevering, leidt vervolgens tot de conclusie dat SMD op grond van artikel 6.5.1 van haar algemene voorwaarden een garantieverplichting heeft jegens Persico. Uit de woorden “
notwithstanding the provisions of article 6.1 – 6.2 – 6.3 and 6.4 in total (…)” volgt dat artikel 6.5.1 van de algemene voorwaarden een zelfstandige garantie biedt die los staat van hetgeen in de artikelen 6.1 tot en met 6.4 is genoemd. Ook in het polisaanhangsel is opgenomen dat na oplevering de zogenaamde garantiebepaling conform artikel 6 van de voorwaarden van verzekerde in werking treedt. Het verweer van HDI dat Persico geen beroep toekomt op artikel 6.5.1. gaat dan ook niet op.
performance’ te herstellen. Vervolgens is het de vraag wat deze garantie precies inhoudt en in hoeverre deze garantieverplichting is ingeperkt op grond van artikelen 6.1.5, 6.5.3 en 7.1.3 van de algemene voorwaarden. Dit is een kwestie van uitleg van de betreffende bepalingen. Nu het gaat om algemene voorwaarden, die door SMD zijn opgesteld, en die van toepassing zijn op haar overeenkomsten met haar contractspartijen, die niet over die algemene voorwaarden hebben onderhandeld, vindt de uitleg plaats aan de hand van objectieve factoren. Ingevolge deze maatstaf komt het met name aan op objectieve factoren zoals de bewoordingen van de bepaling, gelezen in het licht van de algemene voorwaarden als geheel.
consequential damages. Immers, artikel 6.5.2 biedt alleen maar een
indemnificationaan haar klant voor schade die het directe gevolg is voor ‘
faulty design and latent defects’. Wat er onder die directe schadevergoeding valt wordt niet nader gespecificeerd maar kan op grond van artikel 6.5.3 niet verder gaan dan de limieten aan aansprakelijkheid die artikel 7 voorschrijft. In artikel 7.1 is uitgesloten dat SMD aansprakelijk is voor ‘
consequential damages’. Het ligt niet voor de hand om het begrip ‘
consequential damages’, zoals vastgelegd in artikel 7.1, op een andere manier in te vullen dan is gedaan in artikel 6.1.5, waarin een uitgebreide omschrijving is opgenomen van de kostenposten die onder ‘
consequential damages’ vallen. Dat het mogelijk de wens was van SMD om een verdergaande garantie te verstrekken, waaronder ook kosten vallen die in artikel 6.1.5. en 7.1 zijn uitgesloten als ‘
consequential damages’, valt dan ook niet uit de algemene voorwaarden zelf af te leiden. Nu de inhoud van deze algemene voorwaarden bepalend is voor de vraag waarvoor SMD aansprakelijk kan worden gehouden en, dientengevolge, waarvoor HDI-dekking dient te verlenen, zal de rechtbank in het navolgende bij de uitleg van de vraag wat onder ‘
consequential damages’ valt, uitgaan van de invulling die daaraan in artikel 6.1.5 wordt gegeven.
consequential damagesonder meer de volgende kostenposten:
“carnage [de rechtbank leest dit begrip als cranage], electricity, scaffolding, assisting work, docking, demounting, mounting and travel- and boarding costs of Supplier’s Personnel.Dit artikel bepaalt verder dat
“In case the warranty obligation is to be carried out at a location outside The Netherlands the Supplier shall only beat those costs as would be incurred in case the warranty obligation was to be carried out in The Netherlands. The Customer is obliged to pay all the costs exceeding these regular costs. Furthermore, the Customer is obliged to pay the costs for traveling, traveling time, waiting time, day and night allowances, tariff expenses (…)”
consequential damagesmoet worden geschaard. Er is dan ook ten aanzien van deze post niet een hoger bedrag toewijsbaar.
consequential damages.
a) de kosten van de tijdelijke propeller
yacht refloated’, pagina 13 CNZ- rapport) terwijl de nieuwe propeller op 6 augustus 2020 al is geïnstalleerd. Dit leidt tot de conclusie dat het plaatsen van de tijdelijke propeller maar zeer geringe tijdwinst heeft opgeleverd. Dit is echter een vaststelling achteraf. Bij gebreke aan andersluidende stellingen, moet er vanuit worden gegaan dat deze informatie (de beperkte tijdwinst) niet bekend was op het moment dat, in afstemming met de CNZ expert, de beslissing werd genomen dat deze tijdelijke herstelkosten verantwoord waren. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de totale kosten voor de tijdelijke propeller van
subject to Underwriters liability and approval under the terms of the Policy’. Bepalend is dus of deze kosten op grond van de algemene voorwaarden voor vergoeding in aanmerking komen. Dat is naar het oordeel van de rechtbank niet het geval. Artikel 6.1.5 bepaalt expliciet dat deze reis- en verblijfkosten vallen onder het begrip
consequential damages.
consequential damages. SMD heeft haar aansprakelijkheid immers beperkt tot de kosten die zij zou maken indien het herstel in Nederland was uitgevoerd. Ten aanzien van de vervoerkosten van de
cradle, overweegt de rechtbank dat deze vervoerkosten ook aangemerkt worden als
consequential damages. Niet omdat de vervoerkosten in Italië zijn gemaakt maar vanwege het feit dat het vervoer van de
cradle, welk object nodig is om het schip droog te zetten, verband houdt met de uitgesloten
docking,
mountingen
demountingkosten. Nu de algemene voorwaarden deze kosten uitsluiten, delen de vervoerkosten van de
cradlehetzelfde lot.
consequential damages. Met dat laatste is de rechtbank het eens. Deze kosten komen dan ook niet voor vergoeding in aanmerking.
consequential damageste beschouwen en dus niet gedekt.
small materials” voor “
demounting”, die onder het begrip “consequential losses” moeten worden geschaard. De materialen zijn, zo blijkt uit de factuur bij het rapport van CNZ (Appendix VIII), gekocht in Nederland.
demountingblijkt niet uit die rekening. HDI heeft het ook niet toegelicht. De rechtbank beschouwt deze post (€ 97,79) als gedekt.
haul out” en “
general expenses” (€ 11.811,76) en gerelateerd aan werkzaamheden van Persico (€ 23.347,64). HDI beschouwt ze niet als directe herstelkosten. Ten aanzien van de tweede post voert HDI aan dat deze kosten niet zijn gerelateerd aan het incident.
consequential damagesop grond van artikel 6.1.5 van de algemene voorwaarden. Deze post komt dan ook niet voor vergoeding in aanmerking.
€ 2.785,-(2,5 punten × tarief € 1.114,- ),