Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in reconventie, met productie 6;
- de door [gedaagde01] op 3 mei 2023 ingediende productie 10;
- de mondelinge behandeling van 17 mei 2023 en de spreekaantekeningen van [gedaagde01] ;
- de berichten van partijen van 11 juli 2023 en het e-mailbericht van de rechtbank aan partijen van 19 juli 2023 dat heden vonnis zal worden gewezen.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
primair:[gedaagde01] zal veroordelen tot verwijdering van de dakkapel op de woning aan de [adres02] te ( [postcode01] ) [plaats01] binnen acht weken na dit vonnis;
subsidiair:[gedaagde01] zal veroordelen tot het terugbrengen van de afmetingen van de dakkapel op de woning aan de [adres02] te ( [postcode01] ) [plaats01] tot een afstand van minstens 100 cm gemeten vanaf de dakgoot tussen het pand van [eiseres01] en het pand van [gedaagde01] binnen acht weken na dit vonnis;
4.De beoordeling
vooren een situatie
naplaatsing van de nieuwe dakkapel. De rechtbank overweegt dat uit de foto’s zoals weergegeven onder 2.2 duidelijk blijkt dat de nieuwe dakkapel verder uitsteekt richting de kopgevel van de woning van [eiseres01] dan de oude dakkapel in de situatie voorafgaand aan de verbouwing. Dat de foto’s niet exact vanuit hetzelfde standpunt zijn gemaakt, doet daar niet aan af nu voldoende zichtbaar is dat de ruimte tussen de dakkapel en de muur van [eiseres01] is afgenomen. De verklaringen die [gedaagde01] in het geding heeft gebracht leiden niet tot een ander oordeel. Uit die verklaringen komt naar voren dat op de plaats van de nieuwe dakkapel altijd een dakkapel op het dak van [gedaagde01] heeft gezeten, maar niet dat die oude dakkapel per definitie even groot was als de nieuwe dakkapel. De rechtbank concludeert dat de situatie met het plaatsen van de nieuwe dakkapel is gewijzigd. De vraag is vervolgens of deze gewijzigde situatie hinder oplevert in de zin van de wet, aangezien dat de rechtsgrond is van de vorderingen van [eiseres01] .
onmogelijkis geworden. Uit de verklaring van Bronmans Loodgieters kan dit niet worden afgeleid. De enkele omstandigheid dat het uitvoeren van onderhoud aan de gevel van [eiseres01] door de nieuwe dakkapel van [gedaagde01] mogelijk (enigszins) moeilijker en daardoor (enigszins) duurder is geworden, is niet voldoende om de conclusie te dragen dat sprake is van onrechtmatige hinder op grond waarvan [gedaagde01] gehouden is zijn dakkapel te verwijderen of in te korten, zoals [eiseres01] heeft gevorderd. De rechtbank is van oordeel dat ook onvoldoende grond bestaat om de vordering van [eiseres01] toe te wijzen om voor recht te verklaren dat [gedaagde01] aansprakelijk is voor de schade die [eiseres01] lijdt of zal lijden (naar de rechtbank begrijpt:) door de plaatsing door [gedaagde01] van de nieuwe dakkapel vrijwel direct tegen de zijmuur van [eiseres01] . [eiseres01] heeft onvoldoende onderbouwd dat zij reeds schade heeft geleden of lijdt door de nieuwe dakkapel van [gedaagde01] . Dat [eiseres01] in de toekomst mogelijk meer kosten moet maken voor het plegen van onderhoud aan haar gevel doordat die gevel minder goed bereikbaar is door de plaatsing van de nieuwe dakkapel, vormt een onvoldoende rechtvaardiging voor het uitspreken van de gevorderde verklaring voor recht, aangezien [eiseres01] onvoldoende heeft onderbouwd en op dit moment ook onzeker is of en in welke mate zij meer kosten voor onderhoud als gevolg van de plaatsing van de nieuwe dakkapel door [gedaagde01] zou moeten maken. De vorderingen van [eiseres01] zullen dan ook worden afgewezen.
1.196,00(2 punten × tarief II)
598,00(2 punten × 0,5 × tarief II)