ECLI:NL:RBROT:2023:867

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 januari 2023
Publicatiedatum
8 februari 2023
Zaaknummer
C/10/650214 / JE RK 22-3035
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van vier kinderen met zorgen over gezinssituatie en hulpverlening

In deze zaak heeft de kinderrechter op 26 januari 2023 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van vier kinderen, [naam kind01], [naam kind02], [naam kind03] en [naam kind04]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor een jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing voor negen maanden. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar er zijn ernstige zorgen over de fysieke veiligheid en emotionele verwaarlozing van de kinderen. De kinderen verblijven momenteel in pleeggezinnen en er zijn al langer zorgen over de gezinssituatie, waarbij ook vermoedens van seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn geuit. De ouders hebben ingestemd met de ondertoezichtstelling, maar verzet tegen de uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd en dat de ouders niet in staat zijn om emotioneel aan te sluiten bij de behoeften van de kinderen. De kinderrechter heeft de verzoeken van de Raad toegewezen, met de nadruk op de noodzaak van hulpverlening en het belang van een veilige omgeving voor de kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en hoger beroep is mogelijk binnen drie maanden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/650214 / JE RK 22-3035
Datum uitspraak: 26 januari 2023
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam kind01], geboren op [geboortedatum01] 2007 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam kind01] ,

[naam kind02], geboren op [geboortedatum02] 2009 te [geboorteplaats02] ,

hierna te noemen: [naam kind02] ,

[naam kind03], geboren op [geboortedatum03] 2012 te [geboorteplaats03] ,

hierna te noemen: [naam kind03] ,

[naam kind04], geboren op [geboortedatum04] 2015 te [geboorteplaats04] ,

hierna te noemen: [naam kind04] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. G.A.H. Wiekamp, te Hendrik-Ido-Ambacht,

[naam02] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats02] ,
advocaat: mr. G.A.H. Wiekamp, te Hendrik-Ido-Ambacht,
de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
gevestigd te Dordrecht, hierna te noemen: de GI.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 28 december 2022;
- het verweerschrift met bijlagen van mr. Wiekamp namens de ouders van 13 januari 2023.
Op 17 januari 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- [naam kind01] en [naam kind02] , die apart zijn gehoord;
- de ouders, bijgestaan door mr. G.A.H. Wiekamp;
- [naam03] namens de Raad;
- [naam04] en [naam05] namens de GI;
- [naam06] , MST-therapeut (als informant).

De feiten

De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [naam kind01] , [naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] .
[naam kind01] verblijft drie dagen per week in een pleeggezin en vier dagen per week bij logeervoorziening De Break.
[naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] verblijven in pleeggezinnen.
Bij beschikking van 27 oktober 2022 zijn [naam kind01] , [naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] voorlopig onder toezicht gesteld tot 27 januari 2023.
De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder gecombineerd met een machtiging tot uithuisplaatsing in een voorziening voor pleegzorg verleend en voor [naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] in een voorziening voor pleegzorg.
Bij beschikking van 4 november 2022 is de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] , [naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] verlengd tot 27 januari 2023.

Het verzoek van de Raad

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] , [naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] voor de duur van een jaar.
Ook verzoekt de Raad een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder gecombineerd met een machtiging tot uithuisplaatsing in een voorziening voor pleegzorg en van [naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van negen maanden. De Raad verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

De standpunten

Het standpunt van de Raad
De Raad heeft het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn al langer zorgen over het gezin. Er zijn zorgen over de fysieke veiligheid en emotionele verwaarlozing van de kinderen. Daarnaast zijn er vermoedens van seksueel grensoverschrijdend gedrag binnen het gezin naar voren gekomen. Taxatiegesprekken moeten hiervoor nog plaatsvinden. Al ruim tien jaar is er hulpverlening betrokken, maar het lukt niet om zicht te krijgen op de thuissituatie door de moeizame samenwerking met de ouders. De vader geeft aan traumatische ervaringen te hebben opgedaan door de hulpverlening. De ouders hebben een beperkt zelfinzicht. De hulpverlening moet flink achter de ouders aan, voordat er iets gebeurt. Al in 2014 is er gesproken over gezinstherapie, maar pas nu is MST-CAN gestart. MST-CAN is echter onvoldoende gelet op de zorgen en de ernstig verstoorde gezinsdynamiek. Een gezinsopname is noodzakelijk, maar de ouders staan hier niet voor open. Verder blijkt sinds de uithuisplaatsing dat de kinderen onderlinge geheimpjes hebben. Het wordt de hulpverlening niet duidelijk wat deze geheimpjes inhouden. Een verlenging van de uithuisplaatsing is noodzakelijk om zicht te krijgen op de gezinssituatie en ontwikkeling van de kinderen. Daarnaast is diagnostiek bij de kinderen en de ouders noodzakelijk, zodat er passende hulpverlening kan worden ingezet.
Het standpunt van de GI
De GI heeft zich aangesloten bij het verzoek van de Raad. De grootste zorg is dat de ouders de zorgen buiten zichzelf leggen en zichzelf als slachtoffers zien. Eerdere hulpverlening is niet gelukt. Er worden vraagtekens gezet bij het leervermogen van de ouders. In de komende periode is het belangrijk dat er zicht komt op de gezinspatronen en dat er veiligheidsafspraken worden gemaakt. Het is noodzakelijk dat de diagnoses van de kinderen worden herzien, waarbij de gezinsfactoren worden meegenomen. Daarnaast is het van belang dat door middel van taxatiegesprekken zicht komt op het vermeend seksueel misbruik. De GI heeft hiervoor met professionele partijen gesproken, maar zij wijzen naar de Raad als de partij die dit kan uitvoeren. De Raad wijst weer naar de externe partijen. De GI en de Raad snappen dat dit niet zo kan. Ouders zijn aangemeld voor MST-CAN en zij zijn zelfs al gestart. Pas later is duidelijk geworden dan een gezinsopname meer wenselijk is. Ook is seksueel misbruik een contra-indicatie. De ouders staan nu niet open voor een gezinsopname.
Het standpunt van de ouders
Door en namens de ouders is ingestemd met het verzoek tot ondertoezichtstelling, maar verweer gevoerd tegen het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing. MST-CAN is op advies van de GI opgestart en het is essentieel dat er in gezinsverband aan wordt deelgenomen. Verder bevat het rapport van de Raad veel onjuistheden. Dat de ouders ingrijpen door fysiek te straffen ligt genuanceerde. De kinderen hebben kindeigenproblematiek en er hebben heftige situatie voorgedaan tussen de kinderen, waardoor de ouders hard hebben moeten ingrijpen. Van vernedering of kindermishandeling is geen sprake. Verder klopt het niet dat er al tien jaar hulpverlening betrokken is. De hulpverlening komt al tien jaar niet van de grond. De ouders staan juist open voor hulpverlening en hebben zelf om hulp gevraagd, maar zij worden van het kastje naar de muur gestuurd. Ook De Hoop heeft destijds zelf de afspraken afgezegd. Daarom geeft de vader aan traumatische ervaringen te hebben van de hulpverlening, omdat er niet wordt doorgepakt. Dat de kinderen nu uit huis zijn geplaatst is niet de juiste aanpak.
Het KOC Kerstencentrum heeft langere tijd ouders begeleid. Zij hebben ook aangegeven dat zij niet achter een uithuisplaatsing stonden. Ook de huisarts heeft nooit signalen opgevangen van kindermishandeling of verwaarlozing.
De afgelopen maanden is er niet toegewerkt naar een thuisplaatsing. De jeugdbescherming heeft alleen maar informatie verzameld om hun beeld bevestigd te krijgen. De gesprekken met de kinderen zijn niet objectief gevoerd. De vermoedens van seksueel grensoverschrijdend gedrag komen alleen maar van de oudste dochter van de ouders. Dit is een oude melding en deze dochter is uit huis. Destijds heeft Veilig Thuis het niet opgepakt en nu blijkt dat er bij haar sprake is van PTSS. Er wordt niet aan hoor en wederhoor gedaan. Verder heeft de Raad zich laten misleiden door de meldingen uit de buurt. De ouders voelden zich niet meer prettig in de buurt en dit zorgde voor veel stress. Dat komt ook omdat de mensen uit de buurt ook in dezelfde kerk actief waren. De ouders zijn verhuisd naar een andere gemeente, met een andere kerk. Dit zorgt voor veel minder stress. Het is van belang dat de kinderen spoedig worden thuisgeplaatst. De ouders begrijpen dat er voor [naam kind01] meer tijd nodig is, maar hij is altijd welkom. Het is wel van belang dat de kinderen zorgvuldig worden thuisgeplaatst en tijd krijgen om te wennen voordat zij weer naar school moeten. De ouders stellen daarom voor dat de kinderen in de voorjaarsvakantie worden teruggeplaatst met behulp van MST. Indien MST onvoldoende blijkt, kan altijd nog een gezinsopname overwogen worden.
Informatie van de MST-therapeut.
De MST-therapeut heeft het volgende naar voren gebracht. Er worden voldoende hulpvragen binnen het gezin gezien, waarmee MST aan de slag kan. De therapie richt zich met name op fysiek geweld en verwaarlozing. Een grote factor die speelt bij de ouders is onmacht. De ouders hebben aangegeven open te staan voor Brain Blocks om zicht te krijgen wat er omgaat in de hoofden van de kinderen. Ook is het belangrijk dat er contact is tussen de ouders en de kinderen, zodat inzicht wordt gekregen in de patronen. MST is een intensieve vorm van therapie die zes tot negen maanden duurt. Naast hulpverlening voor de opvoedvaardigheden, wordt er door ons team ook praktische ondersteuning geboden. Er is ook een nooddienst beschikbaar. Het is van belang om ook met de kinderen te spreken. Als blijkt dat er sprake is van seksueel grensoverschrijdend, dan kan MST niet worden voortgezet.

De beoordeling

Op basis van de stukken en wat is besproken op zitting komt de kinderrechter tot het volgende oordeel. [naam kind01] , [naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] worden ernstig in hun ontwikkeling bedreigd. Er is sprake van een ernstig verstoorde gezinssituatie. De ouders wijzen erop dat het gezin problemen had met de oude buurt waarin zij woonden en daarmee ook met leden uit de kerkgemeenschap van ouders. Dit speelde volgens de ouders een belangrijke rol bij de stress in het gezin. De kinderrechter snapt dat dit geen prettige situatie was voor de ouders, maar lijkt naar het oordeel van de kinderrechter niet de belangrijkste oorzaak van de problemen thuis.
De grootste zorg is de onmacht van de ouders. De kinderen vertonen namelijk gedragsproblemen, die worden gekenmerkt door heftige, boze buien. Dat vraagt veel van de ouders en de ouders geven aan overbelast te zijn. Dat is ook te begrijpen gelet op hoe de kinderen op elkaar reageren. De ouders staan in de overlevingsstand. Het lukt de ouders niet om emotioneel aan te sluiten bij de behoeften van de kinderen. Vader wordt door hierin omschreven als bepalend door het KOC en [naam kind01] . De moeder lijkt hierdoor in de opvoeding onvoldoende aanwezig is, ziet ook de door de vader opgegeven informant. Ook vertonen zij onvoorspelbaar gedrag voor de kinderen en hanteren de ouders niet een lijn in de opvoeding. Dat is verwarrend voor de kinderen, waardoor het gedrag van de kinderen wordt versterkt. KOC komt sinds juni 2020 bij het gezin thuis en heeft dit in het rapport van de Raad duidelijk omschreven: “Stappen die moeder zet om in ieder geval structuur en een duidelijke planning te bieden aan de kinderen worden door vader afgebroken, omdat het voor vader niet werkt. Aan de andere kant vraagt vader de kinderen regelmatig ‘Wat willen jullie?’, terwijl moeder soms beslissingen kan nemen zonder de kinderen erover te
spreken.”
De vader is fysiek richting de kinderen door hen hardhandig vast te pakken of te slaan. De vader zegt dat hij de kinderen niet slaat, maar [naam kind01] , [naam kind03] en KOC zeggen in de Raadsrapportage dat dit wel het geval is. Dit is erg zorgelijk. [naam kind01] is nu zelf ook een grote jongen en begint zich tegen vader te verweren, waardoor de situaties alleen maar heftiger en daarmee onveiliger worden. Het KOC heeft aangegeven dat de veiligheid van de kinderen in het gezin op het moment voor de uithuisplaatsing zou scoren met een vier. Arnoud zegt tegen de kinderrechter hierover dat er thuis tussen de vader en hem teveel is gebeurd, waardoor hij niet weet of hij terug naar huis wil. Er wordt al langer geprobeerd om de thuissituatie te verbeteren, maar dat is tot nu toe niet gelukt.
Tussenconclusie
De ouders hebben geen verweer gevoerd tegen de ondertoezichtstelling. Ook de kinderrechter is van oordeel dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is en zal dit verzoek dan ook toewijzen op grond van artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Ook is naar het oordeel van de kinderrechter voldaan aan de eisen die de wet stelt voor een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] , [naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] (artikel 1:265b van het Burgerlijk Wetboek). Dit deel van het verzoek zal ook worden toegewezen.
Hoe nu verder?
MST-CAN is gestart om de ouders in hun kracht te zetten en het gezinspatroon te doorbreken. Dit is een intensieve vorm van hulpverlening, waarvoor de ouders gemotiveerd zijn. Ook hebben zij op zitting gezegd veel vertrouwen te hebben in deze hulp. Op zitting is discussie geweest over de vraag of deze vorm van hulp passend is. De MST-therapeut heeft aangegeven dat het MST-traject van waarde kan zijn. Het doen stoppen van deze hulp zal de ouders (terecht) demotiveren, omdat zij nota bene zelf door de GI zijn aangemeld. De vraag of een gezinsopname noodzakelijk is, is dan ook ingehaald door de start van MST-CAN. MST-CAN is gelukkig zonder problemen met wachtlijsten gestart, dus dit moet nu de focus zijn.
Op dit moment is er nog sprake van het opstarten van de hulpverlening met gesprekken met de ouders. De jeugdbescherming moet samen met MST-CAN een plan maken waarin de kinderen steeds meer en steeds intensiever contact hebben met hun ouders, zodat gewerkt kan worden aan de doelen van MST en daarmee aan een thuisplaatsing. Dit betekent niet dat alle vier de kinderen tegelijk moeten worden thuisgeplaatst. Wat betreft [naam kind01] merkt de kinderrechter in het bijzonder op dat hij heeft gezegd dat hij niet weet of hij terug wil naar zijn ouders. De kinderrechter begrijpt dat. Met hem moet worden besproken waar hij wil wonen en hoe hij het contact met zijn ouders vormgeeft. Hierdoor wordt ook de thuissituatie overzichtelijker, omdat de ouders zich nog maar op drie kinderen hoeven te focussen.
Totdat meer duidelijk is over de mogelijkheden van de ouders als het gaat over de opvoeding van de kinderen en of het patroon kan worden doorbroken is de voortzetting van het verblijf van de kinderen in de pleeggezinnen noodzakelijk. Hierdoor kan stap voor stap en dus veilig worden teruggewerkt aan een thuisplaatsing.
Tot slot is het belangrijk dat zo snel mogelijk duidelijkheid komt over de vermoedens van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dit is al eerder gevraagd, maar het is niet gelukt om hier duidelijkheid in te geven. Hiervoor zijn zogenoemde taxatiegesprekken nodig, maar partijen wijzen naar elkaar. De kinderrechter zal dit dan ook op dit moment niet meewegen in zijn beoordeling.
De kinderrechter zal gelet op het voorgaande [naam kind01] , [naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar. Daarnaast zal de kinderrechter de machtiging tot uithuisplaatsing verlenen voor de duur van negen maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind01] , [naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 26 januari 2023 tot 26 januari 2024;
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder gecombineerd met een machtiging tot uithuisplaatsing in een voorziening voor pleegzorg met ingang van 26 januari 2023 tot 26 oktober 2023;
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind02] , [naam kind03] en [naam kind04] in een
voorziening voor pleegzorg met ingang van 26 januari 2023 tot 26 oktober 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.A. Graven, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.