Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 17 februari 2022, met producties;
- de conclusie van antwoord met eis in reconventie, met producties;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de conclusie van repliek in conventie en antwoord in reconventie.
2..De feiten
3..Het geschil
in conventiesamengevat:
- voor recht te verklaren dat in het gehuurde reeds sinds 12 augustus 2021, althans 28 oktober 2021 geen sprake meer is van gebreken;
- voor recht te verklaren dat [gedaagde01] geen aanspraak maakt op huurprijsvermindering wegens gebreken vanwege de te geringe omvang daarvan, dan wel een redelijk kortingspercentage te bepalen;
- voor recht te verklaren dat de huurprijsvermindering, voor zover aan de orde, niet eerder kan ingaan dan per 1 juni 2020;
- voor recht te verklaren dat [gedaagde01] vanaf 12 augustus 2021, althans 28 oktober 2021 de volledige huur verschuldigd is;
- [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
in reconventiesamengevat:
- te bepalen dat de maandelijkse kale huurprijs voor het gehuurde met ingang van 1 januari 2020 tot en met 27 januari 2022 wordt verminderd met 40%;
- [eiser01] te veroordelen tot terugbetaling aan [gedaagde01] van € 4.221,76 aan onverschuldigd betaalde huurpenningen;
- [eiser01] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.