ECLI:NL:RBROT:2023:840

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 februari 2023
Publicatiedatum
7 februari 2023
Zaaknummer
10171969 / CV EXPL 22-33331
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot teruggave van goederen en schadevergoeding in een familierelatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiser01] en de gedaagden [gedaagde01] en [gedaagde02]. [eiser01], de zoon van [gedaagde01] en stiefzoon van [gedaagde02], vorderde de teruggave van zijn eigendommen die zich nog in de woning van zijn moeder en stiefvader bevonden, nadat hij op 9 juli 2022 door hen uit huis was gezet. De vordering omvatte onder andere een boxspring, kledingstukken en een PlayStation, waarvan [gedaagde01] had verklaard deze te hebben verkocht. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 januari 2023 was alleen [eiser01] met zijn gemachtigde aanwezig, aangezien [gedaagde01] niet was verschenen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding op de juiste wijze was betekend en heeft verstek verleend tegen [gedaagde01]. De vordering tot teruggave van de goederen is voor een deel toegewezen, met uitzondering van de PlayStation en andere goederen die [eiser01] al had opgehaald. Tevens is een dwangsom van € 50,00 per dag opgelegd voor het geval de gedaagden in gebreke blijven met de teruggave van de goederen. Daarnaast heeft de kantonrechter [gedaagde01] veroordeeld tot betaling van schadevergoeding voor de onbruikbaar gemaakte laptop en de vervreemding van de PlayStation. De vordering tegen [gedaagde02] is afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij betrokken was bij de verkoop van de PlayStation of het beschadigen van de laptop.

De proceskosten zijn toegewezen aan [eiser01] in de procedure tegen [gedaagde01], terwijl de kosten in de procedure tegen [gedaagde02] zijn gecompenseerd. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10171969 / CV EXPL 22-33331
datum uitspraak: 10 februari 2023 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser01],
wonende in [woonplaats01] ,
eiser,
gemachtigde: mr. A. Mao te Schiedam,
tegen

1..[gedaagde01] ,

wonende in [woonplaats01] ,
gedaagde,
niet verschenen,
2.
[gedaagde02],
wonende in [geboorteplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ook ‘ [eiser01] ’, ‘ [gedaagde01] ’ en ‘ [gedaagde02] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 18 oktober 2022, met bijlagen;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord;
  • de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
1.2.
Op 26 januari 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig: [eiser01] en zijn gemachtigde.

2..De feiten

2.1.
[eiser01] is de zoon van [gedaagde01] en de stiefzoon van [gedaagde02] .
2.2.
Tot 9 juli 2022 woonde [eiser01] bij zijn moeder en stiefvader in. Op 9 juli 2022 is [eiser01] door zijn moeder en stiefvader uit huis gezet.
2.3.
In de woning van [gedaagde01] en [gedaagde02] bevinden zich nog eigendommen van [eiser01] , waaronder een boxspring en enkele kledingstukken.
2.4.
In de woning van [gedaagde01] en [gedaagde02] bevond zich een PlayStation van [eiser01] . [gedaagde01] heeft de PlayStation verkocht.

3..Het geschil

3.1.
Na tijdens de mondelinge behandeling enkele vorderingen geheel of gedeeltelijk te hebben ingetrokken, eist [eiser01] :
  • [gedaagde01] en [gedaagde02] te veroordelen tot teruggave van de onder randnummer 2.1 van de dagvaarding vermelde goederen aan [eiser01] én, indien en voor zover hun medewerking daarvoor noodzakelijk mocht zijn te bepalen dat zij hun medewerking aan de teruggave van deze goederen dienen te verlenen op straffe van een in goede justitie te bepalen dwangsom;
  • [gedaagde01] en [gedaagde02] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een nader te begroten schadevergoeding ter zake van de onbruikbaar gemaakte laptop;
  • indien en voor zover blijkt dat [eiser01] bepaalde goederen niet met succes kan revindiceren (in het bijzonder de Sony Playstation 5) vanwege de vervreemding, [gedaagde01] en [gedaagde02] te veroordelen tot betaling van een nader te begroten (vervangende) schadevergoeding;
  • [gedaagde01] en [gedaagde02] te veroordelen in de proces-, na- en zijkosten van dit geding.
3.2.
[eiser01] baseert de eis op het volgende. [eiser01] heeft de goederen zoals vermeld onder randnummer 2.1 van de dagvaarding gekocht en is daarvan dus eigenaar. De goederen bevinden zich in de woning van zijn moeder en stiefvader en zij staan niet toe dat [eiser01] de goederen meeneemt. [gedaagde01] heeft de laptop van [eiser01] uit het raam gegooid. De laptop is daardoor onbruikbaar geworden, zodat [eiser01] schade lijdt. Verder heeft [gedaagde01] de PlayStation van [eiser01] verkocht. Ook daardoor lijdt [eiser01] schade.
3.3.
[gedaagde02] geeft aan dat [eiser01] de goederen kan komen halen en betwist dat de laptop uit het raam is gegooid.

4..De beoordeling

Verstek [gedaagde01]
4.1.
en [eiser01] zijn ingeschreven op hetzelfde adres. De dagvaarding is daarom niet alleen conform artikel 47 Rv betekend, maar ook op de wijze als vermeld in artikel 57 Rv. Omdat de dagvaarding op de bij wet voorgeschreven wijze is betekend en [gedaagde01] niet is verschenen, verleent de kantonrechter tegen haar verstek. Dat [gedaagde02] tijdens de eerste rolzitting heeft aangegeven dat hij ook namens [gedaagde01] kwam, leidt niet tot een ander oordeel. [gedaagde02] heeft namelijk nagelaten om – op verzoek van de kantonrechter – een machtiging te overleggen waaruit blijkt dat hij bevoegd was om ook namens [gedaagde01] het woord te voeren.
4.2.
Omdat [gedaagde02] wel in het geding is verschenen, heeft dit vonnis op grond van artikel 140 Rv tegenover beide gedaagden te gelden als op tegenspraak gewezen.
Teruggave goederen
4.3.
De eigenaar van een zaak is bevoegd haar van iedereen die haar zonder recht houdt op te eisen.
4.4.
De kantonrechter wijst de vordering tot teruggave toe voor zover het de goederen betreft die in de dagvaarding (onder randnummer 2.1) zijn genummerd met de nummers 2, 5, 6, 7, 8, 9, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 22, 24, 26, 27, 28 en 29. [eiser01] is immers eigenaar van deze goederen en de goederen bevinden zich in de woning van [gedaagde01] en [gedaagde02] . De kantonrechter ziet geen aanleiding te bepalen dat [gedaagde01] en [gedaagde02] hun medewerking aan de teruggave van de goederen moeten verlenen, aangezien die medewerking in de veroordeling tot teruggave besloten ligt.
4.5.
Voor zover de vordering ziet op de overige in de dagvaarding opgesomde goederen, wijst de kantonrechter de vordering tot teruggave af. De PlayStation is verkocht en de overige goederen heeft [eiser01] al opgehaald. [gedaagde01] en [gedaagde02] hebben deze goederen dus niet meer onder zich, zodat zij niet tot teruggave kunnen worden veroordeeld.
Dwangsom
4.6.
De kantonrechter zal een dwangsom toewijzen van € 50,00 voor iedere dag dat [gedaagde01] en [gedaagde02] in gebreke blijven de veroordeling tot teruggave na te komen, met een maximum van € 1.500,00. Omdat zowel [gedaagde02] (tijdens de eerste rolzitting) als [gedaagde01] (in haar e-mail van 6 oktober 2022) heeft aangegeven dat [eiser01] de goederen kan komen halen, zullen zij de dwangsom pas na verloop van twee weken na betekening van het vonnis verbeuren. Dat biedt hun voldoende gelegenheid de goederen terug te geven, zonder dat zij een dwangsom verbeuren.
Schadevergoeding
4.7.
Degene die inbreuk maakt op het eigendomsrecht van een ander handelt onrechtmatig en is verplicht om de schade die de ander daardoor lijdt te vergoeden.
Laptop
4.8.
[eiser01] vordert veroordeling van [gedaagde01] en [gedaagde02] tot betaling van schadevergoeding voor de onbruikbaar gemaakte laptop. [eiser01] begroot de schade op € 250,00. De kantonrechter zal de vordering tegen [gedaagde01] toewijzen. De vordering komt de kantonrechter namelijk niet ongegrond of onrechtmatig voor.
4.9.
De kantonrechter zal de vordering tegen [gedaagde02] afwijzen. [eiser01] heeft niet gesteld dat [gedaagde02] de laptop uit het raam heeft gegooid, zodat de vordering feitelijke grondslag mist.
PlayStation
4.10.
[eiser01] vordert veroordeling van [gedaagde01] en [gedaagde02] tot betaling van schadevergoeding voor de goederen die hij niet met succes kan revindiceren vanwege de vervreemding. Alleen van de PlayStation staat vast dat die is verkocht. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser01] verklaard dat hij de schade als gevolg van de vervreemding van de PlayStation begroot op € 960,88. De kantonrechter wijst de vordering tegen [gedaagde01] toe. De vordering komt de kantonrechter namelijk niet ongegrond of onrechtmatig voor.
4.11.
De kantonrechter zal de vordering tegen [gedaagde02] afwijzen. [eiser01] heeft niet gesteld dat [gedaagde02] de PlayStation heeft verkocht, zodat de vordering feitelijke grondslag mist.
Beslagkosten
4.12.
De kosten van het beslag kunnen van de beslagene worden teruggevorderd, tenzij het beslag nietig, onnodig of onrechtmatig was.
4.13.
Niet gebleken is dat het conservatoir beslag tot afgifte nietig is en niet gesteld of gebleken is dat het beslag onnodig of onrechtmatig is. Op basis van de overgelegde stukken is aan beslagkosten toewijsbaar een bedrag van € 166,71 aan kosten voor het beslagexploot en € 598,00 aan salaris voor de gemachtigde. Nu de gemaakte beslagkosten betrekking hebben op de afgifte van de goederen en [gedaagde01] en [gedaagde02] beiden worden veroordeeld tot teruggave van deze goederen, zullen zij hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van deze kosten.
Proceskosten
Niet-verschenen gedaagde
4.14.
In de procedure tegen de niet-verschenen gedaagde, is [gedaagde01] ten opzichte van [eiser01] de grotendeels in het ongelijk gestelde partij. Zij moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [eiser01] tot vandaag vast op € 215,37 (€ 125,03 plus € 90,34) aan explootkosten, € 2,40 aan informatiekosten (BRP), € 86,00 aan griffierecht en € 264,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 132,00). Dit is totaal € 567,77. Voor kosten die [eiser01] maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] een bedrag betalen van € 66,00 (1/2 punt x € 132,00). Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853).
4.15.
De door [eiser01] betaalde eigen bijdrage voor de verleende toevoeging, waarvan [eiser01] betaling heeft gevorderd, wordt geacht in het toe te wijzen bedrag aan proceskosten te zijn begrepen. Deze post komt daarom niet voor afzonderlijke vergoeding in aanmerking.
Verschenen gedaagde
4.16.
In de procedure tegen de verschenen gedaagde, zijn [gedaagde02] en [eiser01] over en weer in het ongelijk gesteld. De kantonrechter compenseert daarom de proceskosten, in die zin dat [gedaagde02] en [eiser01] hun eigen kosten dragen.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.17.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] en [gedaagde02] tot teruggave van de onder randnummer 2.1 van de dagvaarding vermelde goederen met de nummers 2, 5, 6, 7, 8, 9, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 22, 24, 26, 27, 28 en 29 aan [eiser01] , op straffe van een dwangsom van € 50,00 voor ieder dag dat zij vanaf twee weken na de betekening van het vonnis in gebreke blijven de hiervoor vermelde veroordeling na te komen, met een maximum van € 1.500,00;
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] om aan [eiser01] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 250,00 ter zake van de onbruikbaar gemaakte laptop;
5.3.
veroordeelt [gedaagde01] om aan [eiser01] te betalen € 960,88;
5.4.
veroordeelt [gedaagde01] en [gedaagde02] hoofdelijk in de beslagkosten van € 764,71;
5.5.
veroordeelt [gedaagde01] in de kosten van de procedure tegen haar, die aan de kant van [eiser01] tot vandaag worden vastgesteld op € 567,77;
5.6.
compenseert de proceskosten in de procedure tegen [gedaagde02] , in die zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt;
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. G.B. Plomp en in het openbaar uitgesproken.
56538