Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 juli 2023 met producties 1 tot en met 6
- de mondelinge behandeling gehouden op 17 augustus 2023.
2.De beoordeling
697,00
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 31 augustus 2023 een vonnis uitgesproken in een kort geding. De eiser, in zijn hoedanigheid als vereffenaar van de nalatenschap van de heer [persoon A] en de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap van deze persoon, heeft een verzoek ingediend tot ontruiming van de woning van de gedaagde. De gedaagde is niet verschenen tijdens de zitting, maar haar zoon was wel aanwezig. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldeed en heeft verstek verleend tegen de gedaagde.
De rechter heeft geoordeeld dat de gevorderde ontruiming niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen. De ontruimingstermijn is vastgesteld op twee maanden na betekening van het vonnis, om de gedaagde en haar zoon de gelegenheid te geven een voorstel te doen voor het voldoen van de schuld in de nalatenschap. De vordering tot het opleggen van een dwangsom is afgewezen, omdat de voorzieningenrechter van mening was dat de wet al voldoende middelen biedt voor gedwongen ontruiming.
Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.140,14. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. C. Sikkel.