ECLI:NL:RBROT:2023:8152
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buiten behandeling stellen VOG-aanvraag wegens gebrek aan procesbelang
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van de minister voor Rechtsbescherming om zijn aanvraag voor een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) niet in behandeling te nemen. De rechtbank Rotterdam heeft op 8 september 2023 geoordeeld dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, omdat hij geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van zijn aanvraag. Eiser had op 27 december 2021 een aanvraag ingediend voor een VOG in verband met zijn kandidaatstelling als gemeenteraadslid voor een politieke partij in Dordrecht. Echter, na een mededeling van de minister op 19 januari 2022 dat er een voornemen was om de aanvraag af te wijzen, heeft eiser op 27 januari 2022 aangegeven zich terug te trekken als kandidaat. Hierdoor is het doel van de VOG-aanvraag komen te vervallen, wat de rechtbank leidde tot de conclusie dat eiser geen actueel belang meer had bij zijn beroep.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de bestuursrechter alleen inhoudelijk kan oordelen als er een actueel en reëel belang is. Aangezien de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 inmiddels zijn gepasseerd en eiser zich niet meer kandidaat heeft gesteld, was er geen reden om het beroep inhoudelijk te behandelen. Eiser voerde aan dat hij rechtsbescherming werd ontnomen en dat hij niet verkiesbaar kon zijn, maar de rechtbank oordeelde dat hij zelf de beslissing had genomen om zich terug te trekken. Eiser heeft ook verzocht om een dwangsom wegens het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar, maar de rechtbank wees dit verzoek af, omdat de beslissing op bezwaar tijdig was genomen. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is en wijst het verzoek om een dwangsom af.