In deze zaak heeft de kinderrechter op 4 augustus 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige01]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing voor negen maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige01] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat de ingezette hulp in het vrijwillige kader onvoldoende effect heeft gehad. De moeder van [voornaam minderjarige01] heeft het ouderlijk gezag en woont met haar dochter, maar de moeder blijkt niet in staat om de benodigde ondersteuning te bieden. De kinderrechter heeft de situatie van [voornaam minderjarige01] beoordeeld en geconcludeerd dat er specialistische hulp nodig is om het schadelijke patroon tussen moeder en dochter te doorbreken. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling goedgekeurd, maar de machtiging tot uithuisplaatsing is aangehouden voor vier maanden om te kijken of de jeugdbeschermer in staat is om de situatie te verbeteren. De kinderrechter heeft de betrokken partijen opgeroepen om op 5 december 2023 opnieuw te verschijnen voor verdere behandeling van de zaak.