ECLI:NL:RBROT:2023:8090
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het belang van verzorging en opvoeding
In deze zaak heeft de kinderrechter op 8 augustus 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige01], geboren in 2007. De minderjarige verblijft momenteel in een asielzoekerscentrum en kan niet bij zijn vader wonen, die recentelijk een woning in Den Haag heeft toegewezen gekregen. De vader heeft het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01], maar de relatie tussen hen is problematisch. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het in het belang van [voornaam minderjarige01] is om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, omdat hij op dit moment nergens anders kan verblijven. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de machtiging voor een periode van drie maanden te verlengen, wat door de kinderrechter is toegewezen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 8 augustus 2023 waren de vader, een vertegenwoordiger van de Raad en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig. De vader heeft aangegeven dat hij hoopt dat [voornaam minderjarige01] nog naar huis kan komen, maar de situatie is complex. De kinderrechter heeft ook de rol van de hulpverlening benadrukt en het belang van contact tussen de minderjarige en zijn familie. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het niet in het belang van [voornaam minderjarige01] is om de zaak te verwijzen naar de rechtbank in Den Haag, omdat dit zou betekenen dat de huidige hulpverlening opnieuw geregeld moet worden, wat risico's met zich meebrengt voor de continuïteit van de zorg.
De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 1 november 2023 en verklaard dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.