Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 juli 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Woningbouwvereniging Hoek van Holland en een gedaagde die een onzelfstandig gedeelte van een woning onderhuurde van de overleden hoofdhuurder. De hoofdhuurder, [naam 3], is op 11 mei 2023 overleden, waarna de huurovereenkomst op 31 juli 2023 is geëindigd. De Woningbouwvereniging eist dat de gedaagde de woning binnen drie dagen na betekening van het vonnis ontruimt, omdat hij zonder recht of titel in de woning verblijft. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde geen huurbescherming toekomt op basis van artikel 7:269 lid 1 BW, omdat hij een onzelfstandig gedeelte van de woning onderhuurde. De kantonrechter wijst de eis van de Woningbouwvereniging toe, maar stelt de ontruimingstermijn op zes maanden, zodat de gedaagde voldoende tijd heeft om vervangende woonruimte te zoeken. De gedaagde moet ook de proceskosten van de Woningbouwvereniging betalen, die in totaal € 764,32 bedragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.