In deze zaak heeft de kantonrechter op 1 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen GMU B.V. en The Racing Stores B.V. over de toerekenbare schade en verrekening van openstaande facturen. GMU, eiseres in conventie, vorderde betaling van openstaande facturen ter hoogte van € 7.003,53, alsook vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en contractuele rente. TRS, gedaagde in conventie, voerde aan dat GMU aansprakelijk was voor schade die zij had geleden door het overschrijden van het advertentiebudget. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis geoordeeld dat GMU aansprakelijk was voor de schade die TRS had geleden door deze overschrijding, en heeft de schade geschat op € 10.000,00.
In de verdere beoordeling heeft de kantonrechter vastgesteld dat de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van GMU niet volledig toewijsbaar zijn, omdat een deel van deze kosten niet aan de openstaande facturen kan worden toegerekend. De kantonrechter heeft de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten gematigd tot het in het Besluit gehanteerde tarief van € 725,18. De contractuele rente van GMU is wel toegewezen, omdat TRS haar verweer tegen deze rente niet voldoende heeft onderbouwd.
Na verrekening van de toewijsbare bedragen resteert er geen vordering van GMU op TRS, en wordt de eis van GMU afgewezen. In reconventie is GMU echter wel veroordeeld tot betaling van € 1.845,92 aan schade aan TRS, met wettelijke rente vanaf 18 augustus 2022. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door kantonrechter A.M. van Kalmthout en is openbaar uitgesproken.