ECLI:NL:RBROT:2023:783
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid en toekenning van WGA-vervolguitkering op basis van medische en arbeidskundige rapportages
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die arbeidsongeschikt is verklaard, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). De eiser, die voorheen als lasser werkte, heeft een WGA-vervolguitkering aangevraagd na een eerdere toekenning van een WGA-loonaanvullingsuitkering. De rechtbank heeft de mate van arbeidsongeschiktheid van eiser vastgesteld op 45,44% per 1 augustus 2021, na beoordeling van de medische en arbeidskundige rapportages. Eiser heeft aangevoerd dat zijn lichamelijke en psychische klachten onvoldoende zijn meegewogen en dat hij volledig arbeidsongeschikt is. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige zorgvuldig hebben gehandeld en dat de vastgestelde beperkingen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) adequaat zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voorgehouden functies, die een eenvoudige taakstelling en inhoud hebben, passend zijn voor eiser, ondanks zijn beperkte taalvaardigheid. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, waarbij is geconcludeerd dat de beslissing van het UWV om de mate van arbeidsongeschiktheid op 45,44% vast te stellen juist is.